Two 'Jip en Janneke' Stories with Translation

POPPEJANS GAAT VAREN - Annie MG Schmidt

Hier is een oude hoed. Speel daar maar mee, zegt Jannekes moeder.
Ha, zegt Jip.
Ha, zegt Janneke.
Maar ze weten niet wat ze zullen doen met de hoed. Janneke zet hem op. Het staat gek.
Het is net een schip, zegt Janneke. Ga je mee naar de schuur? Daar is een teil met water. Dat is de zee.
Het gaat erg leuk. De hoed kan echt varen, net als een boot.
Er moet iemand in, zegt Janneke.
De poes, zegt Jip. En hij haalt de poes erbij. Maar poes wil niet in het schip. Poes is bang. Ze loopt hard weg.
Poppejans, zegt Janneke. Poppejans wil wel.
En ja hoor, Poppejans is dol op varen. Ze zit in het schip, midden op zee.
Nu komt er storm, roept Jip. En hij maakt golven met zijn hand. Heel hoge golven.
Het schip zinkt, gilt Janneke.
Het is zo, heel langzaam zinkt het schip. En de arme Poppejans gaat mee.
Hoep, ineens kantelt de boot. Poppejans valt in het water.
Help, help, roept Janneke. En ze pakt het poppekind bij haar jurk.
Gelukkig, ze is gered. Maar nat, Heel, heel, heel nat. Nu moet ze allemaal droge kleertjes aan.
Toch is het fijn geweest, zegt Janneke. Hè Poppejans?
Poppejans zegt niets. Ze vond het vast niet prettig. Maar ze laat het niet merken.

Hear a Somewhat Slow Reading

POPPEJANS GAAT VAREN - Annie MG Schmidt
Doll-Janice is going sailing

Hier is een oude hoed. Speel daar maar mee, zegt Jannekes moeder.
Here's an old hat. [Why don't you] go play with it, Janneke's mother says.

Ha, zegt Jip.
Ha, zegt Janneke.
Yeah, says Jip. Yeah, says Janneke.

Maar ze weten niet wat ze zullen doen met de hoed. Janneke zet hem op. Het staat gek.
But they don't know what to do with the hat. Janneke puts it on. It looks [crazy] silly.

Het is net een schip, zegt Janneke. Ga je mee naar de schuur? Daar is een teil met water. Dat is de zee.
It is just like a ship, Janneke says. Are you coming to the shed? There is a (wash-) tub with water. That's the sea.

Het gaat erg leuk. De hoed kan echt varen, net als een boot.
It [goes] is very enjoyable. The hat can really sail, just like a boat.

Er moet iemand in, zegt Janneke.
It needs [someone inside] a passenger, Janneke says.

De poes, zegt Jip. En hij haalt de poes erbij. Maar poes wil niet in het schip. Poes is bang. Ze loopt hard weg.
The cat, Jip says. And he gets the cat. But [puss] the cat doesn't want to go in the ship. The cat is afraid. She runs away fast.

Poppejans, zegt Janneke. Poppejans wil wel.
Poppejans, Janneke says. Poppejans will want to. En ja hoor, Poppejans is dol op varen. Ze zit in het schip, midden op zee.
And yes indeed, Poppejans really loves sailing. She's sitting in the ship, in the middle of the sea.

Nu komt er storm, roept Jip. En hij maakt golven met zijn hand. Heel hoge golven.
Now there'll be high winds, Jip cries. He makes waves with his hand. Very high waves.

Het schip zinkt, gilt Janneke.
The ship is sinking, Janneke shrieks.

Het is zo, heel langzaam zinkt het schip. En de arme Poppejans gaat mee.
It is [so] true, very slowly the ship is sinking. And poor Poppejans is going [down] with it.

Hoep, ineens kantelt de boot. Poppejans valt in het water.
Pow, suddenly the boat tips over. Poppejans falls into the water.

Help, help, roept Janneke. En ze pakt het poppekind bij haar jurk.
Help, help, Janneke shouts. And she grabs the [doll-child's] doll's dress.

Gelukkig, ze is gered. Maar nat, Heel, heel, heel nat. Nu moet ze allemaal droge kleertjes aan.
Luckily she's saved. But wet. Very, very, very wet. Now she'll have to get all her [little] clothes changed. [put on dry clothes]

Toch is het fijn geweest, zegt Janneke. Hè Poppejans?
Yet it was nice, Janneke says. Isn't it, Poppejans?

Poppejans zegt niets. Ze vond het vast niet prettig. Maar ze laat het niet merken.
Poppejans doesn't say anything [says nothing.] She probably didn't like it. But she doesn't let it show.

Note: The dreaded 'native language interference.' 'To sail' is a bit of a difficult word for Dutchmen, because it looks like Dutch 'zeilen' which is only travelling by sail, wind-powered boat.


Annie MG Schmidt: Jip en Janneke Spelen Samen

(This is the first Jip & Janneke story)

Jip liep in de tuin en hij verveelde zich zo. Maar kijk, wat zag hij daar? Een klein gaatje in de heg. Wat zou er aan de andere kant van de heg zijn, dacht Jip. Een paleis? Een hek? Een ridder? Hij ging op de grond zitten en keek door het gaatje. En wat zag hij? Een klein neusje. En een klein mondje. En twee blauwe oogjes. Daar zat een meisje. Ze was net zo groot als Jip. Hoe heet je? vroeg Jip. Janneke, zei het meisje. Ik woon hier. Gisteren woonde je nog niet hier, zei Jip. Vandaag woon ik hier, zei Janneke. Kom je met mij spelen? Ik zal door het gat kruipen, zei Jip. En hij stak eerst zijn hoofd door het gat. En toen zijn ene arm. En toen zijn andere arm. En toen zat hij vast.EnJanneke trok aan zijn ene arm. En toen aan zijn andere arm. Maar het hielp niet. Jip zat vast. EnJip huilde. En hij gilde. Daar kwam Jips vader aangelopen in het ene tuintje. En Jannekes vader in het andere tuintje. En samen hielpen ze Jip weer terug. Zo, zei Jips vader, nu heb je een buurmeisje. Maar je moet eerst netjes de voordeur uitgaan en bij Janneke de voordeur in. Dan mag je samen spelen. En zo gebeurde het. JipenJanneke speelden samen. De ene dag in Jips tuintje. De andere dag in Jannekes tuintje. En zij speelden vader en moedertje.

Jip en Janneke Spelen Samen
Jip and Janneke play together

Jip liep in de tuin en hij verveelde zich zo.
Jip walked in the backyard (garden) and he was so bored.

Maar kijk, wat zag hij daar?
But look, what does he see there?

Een klein gaatje in de heg.
A small (hole) gap in the hedge.

Wat zou er aan de andere kant van de heg zijn, dacht Jip.
What would there be on the other side of the hedge? Jip thought.

Een paleis? Een hek? Een ridder?
A Palace? A fence? A knight?

Hij ging op de grond zitten en keek door het gaatje.
He sat down on the ground and looked through the gap.

En wat zag hij? Een klein neusje.
And what did he see? A small nose.

En een klein mondje. En twee blauwe oogjes.
And a small mouth. And 2 blue eyes.

Daar zat een meisje.
There was a little girl (sitting there.)

Ze was net zo groot als Jip.
She was just as big as Jip. (the same size)

Hoe heet je? vroeg Jip
What's your name? asked Jip.

Janneke, zei het meisje. Ik woon hier.
Janneke, said the little girl. I live here.

Gisteren woonde je nog niet hier, zei Jip.
Yesterday you didn't live here yet, said Jip.

Vandaag woon ik hier, zei Janneke.
Today I live here, said Janneke.

Kom je met mij spelen?
Will you come play with me?

Ik zal door het gat kruipen, zei Jip.
I'll crawl through the hole, said Jip.

En hij stak eerst zijn hoofd door het gat.
He stuck first his head through the hole.

En toen zijn ene arm. En toen zijn andere arm.
And then his one arm and then the other arm.

En toen zat hij vast.
And then he was stuck.

EnJanneke trok aan zijn ene arm.
And Janneke pulled (on) his one arm.

En toen aan zijn andere arm. .
And then (on) his other arm.

Maar het hielp niet. Jip zat vast.
But it didn't help,  Jip was stuck.

EnJip huilde. En hij gilde.
And Jip cried (shed tears.) And he screamed.

Daar kwam Jips vader aangelopen in het ene tuintje
Jip's father came walking up in the one yard

En Jannekes vader in het andere tuintje
And Janneke's father from the other yard.

En samen hielpen ze Jip weer terug.
And together they helped Jip back.

Zo, zei Jips vader, nu heb je een buurmeisje.
So, Jip's father said, now you have a little girl next door (neighbor girl.)

Maar je moet eerst netjes de voordeur uitgaan en bij Janneke de voordeur in
But first you must get out of  the front door like a good boy and in at Janneke's through the front  door. (netjes = well-behaved)

Dan mag je samen spelen.
Then may you play together.

En zo gebeurde het.
And that's how it went. (happened)

JipenJanneke speelden samen.
Jip and Janneke played together.

De ene dag in Jips tuintje
One day in Jip's yard.

De andere dag in Jannekes tuintje.
Another day in Janneke's yard.

En zij speelden vadertje en moedertje.
And they played house (little father and mother)