Basic Dutch Words (for Mobile)
Tools and Materials

(het) gereedschap	tools >>
(het) instrument	instrument
(de) hamer	hammer
(de) spijker	nail
(de) schroef	screw
(de) zaag	saw
(de) schaar	scissors
(de) schep	spade
(de) motor	engine
(het) apparaat	device
(de) machine (F)	machine
(de) pomp	pump
(het) wiel	wheel
(de) rem 2	brake
(de) ploeg	plow
(het) touw	rope
(de) knoop 2	knot
(het) net	net
(de) ketting	chain
(de) stok	stick
(de) staaf	rod
(de) pijp	pipe
(de) haak	hook
(de) spons	sponge >>
(de) borstel	brush
(de) bezem	broom
(de) emmer	bucket
(de) kwast	paintbrush
(de) verf	paint
(de) materie	matter
(de) vaste stof	solid matter
(de) vloeistof	liquid
(het) gas 2	gas
(het) poeder	powder
(het) stof 2	dust
(de) lucht	air
(het) ijs	ice
(het) water	water
(de) stoom	steam
(de) waterdamp	water vapor
smelten	to melt
koken	to boil
verdampen	to evaporate
(het) materiaal	material >>
(het) zand	sand
(de) steen	stone
(de) baksteen	brick
(het) beton	concrete
(het) glas	glass
(de) lijm	glue
(het) hout	wood
(de) plank	board
(de/het) kurk	cork
(het) leer	leather
(de) was	wax
(het) plastic	plastic
(het) metaal	metal
(het) ijzer	iron
(het) staal	steel
(het) brons	bronze
(het) blik	tin (-plate)
(het) lood	lead
(het) koper	copper
(het) zilver	silver
(het) goud	gold
(de) mijn	mine
(de) steenkool	coal
(de) olie	oil
(de) benzine	gasoline
(de) energie	energy
<< previous -	next >>

More: Tools (with pictures)
The Periodic Table

flash cards: vocabulary / listening

email - - Mobile Site Map - Desktop Site Map
Copyright © Marco Schuffelen 2015-2023.
All rights reserved. This material may not
be published, broadcast, rewritten,
redistributed, or hotlinked to.
Gij zult niet stelen 'Thou shalt not steal'