Going to Pieces
| Pulp
|
In the day when the keepers of the house shall tremble, and
the strong men shall bow themselves, and the grinders cease
because they are few, and those that look out of the windows be
darkened, and the doors shall be shut in the streets; when the
sound of the grinding is low, and he shall rise up at the voice
of the bird, and all the daughters of music shall be brought low;
also when they shall be afraid of that which is high, and fears
shall be in the way, and the almond tree shall flourish, and the
grasshopper shall be a burden, and desire shall fail. |
Op de dag dat de wachters van het huis beven en de
sterke mannen zich krommen, en de maalsters ophouden,
omdat haar aantal gering geworden is, en zij die
uit de vensters zien hun glans verliezen, en de deuren
naar de straat gesloten worden; als het geluid
van de molen verzwakt, en de stem hoog wordt als
die van een vogel, en alle tonen gedempt worden; op
de dag dat men ook vreest voor de hoogte, en er
verschrikkingen op de weg zijn, de amandelboom bloeit,
de sprinkhaan zich voortsleept, en de kapperbes niet
meer helpt.
|
Some weeks ago I was writing a satire that featured someone
suffering a dreadful hangover: `Carrying on despite his
brain knocking loose in his skull, every move a painful blow,
poor Luc-Jean haltingly made his way to the stereo to play
`Motherless Children'. "Sister will do the best she can ...
soon as she marries turns her back on you." It brought unhappy
memories of his sister Marie-Antoinette, who left the ancestral
halls to live with a horse breeder. The soothing slide guitar of
Dear Lord, Give Me Strength was more reassuring, less
troubling.' (etc.) |
Een paar weken geleden schreef ik een parodie, waarin
een persoon die met een kater een telefoongesprek
voert als volgt over de hekel gaat: Met snijdende pijn
in de rug liep Luc-Jean naar de platenspeler en zette
"Motherless Children" op, "Sister will do the best she can ... soon as
marries turns her back on you," Hij zou nooit
vergeten hoe Marie-Antoinette het voorouderlijk kasteel
verliet om te gaan samenwonen met de paardenfokker.'
(etc.) |
Not my best work; but some days later I
calculated that I was three or four when my eldest sister left
home, and that my youngest sister went to a distant university
when I was ten - I had thought to bring in a lost sister as the
story asked for her; now I realize she came in because she was on
my mind. |
Niet zo'n brillante parodie; maar drie dagen later
rekende ik uit dat ik drie of vier was toen mijn oudste
zusje uit huis ging, en dat mijn jongste zusje ging
studeren toen ik tien was - ik dacht het verloren zusje
op te voeren omdat het in m'n verhaaltje te pas kwam;
nu zie ik dat het me eigenlijk merkwaardig veel
over mezelf zegt. |
Now that's all very interesting, you say, but what is it to me?
Why do authors always write about their own petty selves? Well
... to ease the introductory tedium and to provide some
entertainment I'll tell you a little story about someone else:
|
Verdomd interessant, zegt ge, maar wat moet ik daarmee?
Waarom schrijven die schrijvers toch altijd over zichzelf?
Daarom zal ik, om deze inleiding te verluchtigen, U een
moment vergasten op een vertelling die iemand anders
betreft:
|
story set on a beach
|
`aan zee'
|
On our return from church we have a sherry and start a game of
Mah-Jong. Like Scott Fitzgerald's character I do not remember
much of the past twelve years, only playing Mah-Jong for days and
days on end, so my winning now comes naturally. Will I have
missed out on many things? Some people say I've been lucky. As
I've got four hidden chows, I'm in the waiting for one tile to
make a final pair. I take the winning tile from the wall; all in
all my score is doubled five times: scoring the limit. |
Nadat ze naar de kerk geweest zijn drinken we sherry en spelen Mah-Jong. Ik
win natuurlijk: van de afgelopen twaalf jaar herinner ik me weinig meer dan
Mah-Jong spelen. Zou ik zoveel gemist hebben? Sommige mensen zeggen dat ik
geluk gehad heb. Ik heb vier chows in de hand, moet nog één
steen trekken voor mijn sluitpaar: wachtend spel. Ik maak Mah-Jong: vijf
verdubbelingen: limiet.
|
- Let's go to the beach, my sister suggests.
As we agree, she takes her son off his homework and we get into
their car.
- Thalassa, thalassa, I intone on first
sight of the sea. For some reason I have not forgotten this, but
I guess these things are not taught anymore.
|
- Zullen we naar zee gaan, vraagt mijn zusje dan.
Als we het een goed plan
vinden haalt ze haar zoontje van z'n huiswerk en stappen we in de
auto.
- Thalassa, thalassa, zeg ik als we in Katwijk de boulevard oprijden. Dat
herinner ik me nog wel. Maar mijn zwager is de enige aanwezige die het zou
kunnen begrijpen.
|
We walk on wet sand.
I wonder why my feet don't leave a clear impression, only a faint
circle of cracks at about eight inch around the point of impact. |
We lopen over het natte zand. Ik vind het vreemd dat mijn schoenen geen
afdruk achterlaten, dat rond mijn voet het zand glad blijft, en er pas op
zo'n 20 cm. een kring van barstjes
komt.
|
- Ebbtide? I ask; my brother-in-law nods. I try carefully to
stay just outside of the lapping water, as if I've gone here
every day for I don't know how long. I wouldn't like to have it
known that I've not come here for so long. I'm not dissatisfied
with myself, toeing the line like a pro. |
- Tis eb, hè, vraag ik. M'n zwager knikt. Ik probeer vlak langs de
lijn tot waar het water komt te lopen, parmantig. Niemand mag merken dat ik
hier zo lang niet geweest ben. Het lukt me heel aardig: ik weet het goed te
schatten.
|
But a sudden huge wave washes away the newfound confidence. |
Maar een onverwacht grote golf spoelt over m'n enkels. Neemt het gevoel van
vaardigheid mee.
|
Suds in the water left by the
waves make it look like spent dishwater.
- Did the water always foam like this? And the small crabs,
I've never seen them before. My brother-in-law says they're not
unusual, and the suds are not new either. |
In de uitlopers van de golven zie ik belletjes als in bijna uitgewerkt
afwaswater.
- Schuimde het water vroeger ook zo? En die krabbetjes, die heb ik ook
nooit eerder gezien.
M'n zwager zegt dat ze niet ongebruikelijk zijn en dat het schuimen ook niet
van de laatste tijd is.
|
We walk for half an hour. I realize I do not notice the smell of
the sea. Should I give up smoking? I am amazed at the waves,
going on all the time, never giving up. Such staying power and
imagine the incentive it takes. |
We wandelen een halfuurtje. Ik merk dat ik geen zeelucht ruik. Moest ik maar
eens met roken ophouden? En God, die golven. Dat gààt maar
door.
|
My nephew starts a castle in the sand,
his father assisting. I lend a hand too, but it doesn't make me
happy. Someone once told me that in general it's alright to do
these things, it's ridiculous and immature only if your heart's
not in it. I'd wish a white ship would drop anchor, a beautiful
attendant inviting me to the new world. |
Mijn neefje bouwt een fort; zijn vader helpt hem. Ik draag ook een paar
handjes zand bij, maar ik vind het niet zo leuk. En zolang ik het niet met
volle overgave doe sta ik een beetje voor joker, is het niet
volwassen.
|
The tide is turning, the waves nibbling at the castle at first,
swallowing it bit by bit later. I laugh with my sister at a large
wave breaking over her son. He gets back cold and wet and we're
off for home. I am silent. |
Het wordt nu vloed, zo te zien. Het fort kabbelt af. Mijn zusje en ik lachen
als een golf breekt over haar zoontje, dat nog steeds in z'n fort
staat. Hij komt nat en koud weer bij ons en we gaan naar huis. Ik ben
stil.
|
falling apart
|
*
|
I've got to speak again. Why? Well - my psychiatrist recommends
it, and indeed I've found the putting to paper of my troubles in
the right way is curing me. And maybe it is a diversion to
someone. |
Ik moet weer spreken. Waarom eigenlijk? Ach, mijn psychiater heeft mij dat
aangeraden en ik heb inderdaad gemerkt dat het korrekt op schrift stellen van
mijn problemen byzonder heilzaam is. En misschien doe ik er iemand wel een
plezier mee. |
I've already been through some years of psychiatric treatment: it
has made me a specialist on myself and my own syndrome, making me
almost able to act as my own shrink. |
Ik sta al een paar jaar onder psychiatrische behandeling: waar ik zo
langzamerhand een deskundige van mijn ziektebeeld, m'n eigen psychiater
geworden ben. |
At the moment I am analyzing myself, investigating the
unconscious: looking for something in there is a bit weird: like
walking backward with my eyes closed, penetrating the dark room
that's behind me - like this dream in which I had chopped off
my hands and put them in a cooking-pot, but was held back from
consuming them at the last moment as it suddenly struck me that
eating human flesh is not done. Obviously I have made some
sacrifice that doesn't pay, and a warning against an unworldly ethics
system. Come to think of it, how should I have eaten without
hands? Dreams are not rational. |
Momenteel analyseer ik mezelf, onderzoek ik mijn onderbewuste: een heel
vreemd gevoel, wanneer ik daar iets vind: alsof ik achteruit loop, alsof
ik doordring in een gebied dat achter me ligt - een droom waarin ik mijn
handen had afgehakt en in een braadpan gedaan, maar van konsumptie afzag
toen ze bijna klaar waren, omdat ik het toch niet kon maken, mensevlees
te eten. Blijkbaar heb ik ergens iets opgeofferd zonder dat uit te buiten,
en een waarschuwing tegen wereldvreemde
ethika.
|
Occasionally this kind of thinking almost overpowers me, in
sudden flashes of insight enabling me to fully explain myself:
I'll give you another example of this.
|
Soms word ik bijna overspoeld door gedachten van dit soort, en dan kan ik
mezelf plots volmaakt verklaren: ik zal U daar nog een voorbeeld van
geven.
|
One of my earliest
memories is of only falling asleep after everyone else in the
house had gone to bed, and it is still like that; one of my
sisters once told me that my nanny used to stay with me until I
had fallen asleep; Nanny, who left when I was six, never
replaced. So that's how it came about: she still has to stay with
me till I'm asleep. |
Van heel vroeger al herinner ik me dat ik altijd pas insliep als
iedereen in huis naar bed was, en dat is nog steeds zo; een van m'n zusjes
vertelde me laatst dat mijn kindermeisje altijd bij me bleef to ik
ingeslapen was, mijn kindermeisje dat rond mijn zesde jaar vewijderd en niet
vervangen werd. Zo zit het dus, denk ik dan: ze moet bij me blijven tot ik
inslaap, nog steeds. |
In a way the I Ching is also rather helpful. I go about it like
this: I state a question, ponder it for some time, then make up a
hexagram by way of tossing some silver dollars, and look up the
explanation of the hexagram in the book. |
De I Ching is hier ook een grote hulp. Het werkt als volgt: ik neem een
vraag in gedachten, gooi met kwartjes een teken zodra ik me voldoende
gekoncentreerd heb, en zoek dan het praatje dat bij het teken hoort in
het boek op.
|
In these notes some
things will appeal to me, other things I skip: I suppose the
things that strike me relate to my feelings, show wishes and
fears: it teaches about my person, makes me look deeper into
myself. |
Er spreken me daarin om een-of-andere reden dingen aan, en
er zijn uitspreken waar ik overheen lees; ik neem aan dat wat mij opvalt
mijn gevoelens verwoordt, wensen en angsten aangeeft: daar leer ik van, dan
doorzie ik mezelf weer wat beter.
|
Today I threw sign # 50: The Cauldron. Stew in your own
juice is what comes to mind. Should I go in for a change? |
Zojuist wierp ik, voor de laatste
toekomstvooruitzichten, teken 50: Kookpot. Gaar koken in je eigen sop,
associeer ik. Moet ik dan maar eens iets anders gaan
doen?
|
- a poem, a moment for a poem:
sometimes turning back
like I've forgotten something
I have lost myself |
- Een gedicht, voor een moment een gedicht:
soms loop ik terug
als ik iets vergeten ben
mezelf vergeten
|
A lot of people share my experience of the chilling adequacy of
the I's first message. My question: Will life ever be worth the
trouble, was answered by the last sign in the book: On Finishing. |
Nogal wat mensen met mij hebben de ervaring dat de eerste boodschap die van
de I ontvangen werd, byzonder treffend was. Op mijn vraag, Zal ik
het leven ooit nog als de moeite waard ervaren? kreeg ik het laatste teken,
nummer 64, Van De Voleinding.
|
It made even me doubt for a moment, but no, being a scientist's
son I am not to believe in a magic agency that's in control. |
Dan twijfel ik zelfs even, maar nee: als zoon
van een atheïst en natuurkundige kan ik natuurlijk niet geloven in
een magisch agentschap dat regulerend op zou treden.
|
The I is also an excellent guide for the irresolute: for I have
found it actually doesn't matter that much which decision is
taken; indecision is often worse than a wrong decision; decisions
taken ease life. In this light the mistakes I make in writing and
speaking are not by chance: if I tend to forget someone's face or
address, that person is obviously not much to my liking. Am I
getting a bit of a bore? Usually one will put a nobody like that
out of his mind completely, no need for a conscious effort. Which
is best. |
Voor besluiteloze lieden is de I ook heel goed: het doet er namelijk
niet zo veel toe wat voor een besluit je neemt, ALS je maar een besluit
neemt. DAN is het leven zoveel gemakkelijker.
Em zo zie ik tegenwoordig ook de fouten die ik maak, de verschrijvingen,
versprekingen, vergissingen: die zijn toch geen toeval? Als ik bijvoorbeeld
iemand's gezicht of adres steeds vergeet, dan mag ik die persoon blijkbaar
niet zo. Maar wat zeur ik: normale mensen vergeten zo'n vervelend niemand
dan gewoon, zonder daar verder over na te denken. En dat is het beste. |
Let me return to my subject. Did I cry at my sisters' packing
their bags; or did I threaten them on leaving me alone and
venturing into the evil world outside the home? --- These are
educated guesses, I've got no conscious memories, and questioning
of people around me yielded only the infrequent occurrence of a
lonely late child like me. In view of my syndrome it's rather
probable, though: my fear of being left out, alone; a fear so
terrible that it has frightened away the only girl (excepting my
sisters) who ever cared for me, terrified by her becoming
indispensable to me. She told me she couldn't stand commitments
(everyone is talking freedom these days) and went in for a
lesbian affair. In a recurring dream my putting on lipstick makes
her embrace me, telling me it is that attractive. Shows the weak
sense of reality, doesn't it? |
Ik keer terug naar het onderwerp waar ik mee begon. Zou ik gehuild hebben toen
mijn zusjes hun koffers pakten? Zou ik gedreigd hebben dat er wat zwaaide als
ze mij in de steek lieten en die boze wereld ingingen? - Dit is spekulatie,
ik heb er geen bewuste herinneringen aan, en navraag om me heen heeft me
slechts geleerd dat maar in wieing gezinnen zo'n eenzaam nakomertje als ik
voorkomt. Vanuit mijn ziektebeeld echter lijkt zo'n reaktie me heel
plauzibel: ik zie mijn angst om alleen achter te blijven: een angst zo groot
dat het enige meisje dat na m'n zusjes ooit van me gehouden heeft helemaal
eng werd van mijn aanhankelijkheid, van haar onmisbaarheid voor mij
- iedereen moet tegenwoordig ook zo nodig vrij zijn - en zich in een
lesbische verhouding stortte. Ik droom wel eens dat ik mijn lippen rood
verf, en zij dan haar armen om me heen slaat, me zeggend dat het zo
verlokkelijk staat. Het getuigt van weinig werkelijkheidszin. |
Of course I know most children do
leave home, I know it happens every day, I've left home myself;
what I'm trying to get through to you is that this usual thing
has been rather painful to me. But isn't that the kids' way with
things? Like my father's dog guarding my bags when I'm about to
leave, trying to make me stay by showing his teeth and growling?
- This on the side. |
Goed, het is de normale situatie dat kinderen het ouderlijk huis verlaten,
dat zie ik heus wel, en dat heb ik zelf inmiddels ook gedaan; wat ik U
vertellen wil is dat het voor mij nogal pijnlijk geweest is, deze
gebruikelijke gang van zaken. Maar zo reageren kinderen toch? De hond
van mijn vader gaat bijvoorbeeld ook mijn koffer bewaken als ik die
beneden heb gezet, en probeert me later met veel tandgeblikker het
huis weer in te jagen. - Dit terzijde. |
The fear of being left out and alone is emerging again as
suddenly all around me everyone's gone to live together, some
even got married. The friends I was so close to, having shared
the bottle so many times, drinking deep, all of them center their
lives on someone else now; the friends I used to talk to far into
the night now keep bourgeois hours; it looks like everybody's got
someone more important than me to have frequent talks with. Well
- I got my shrink of course, but it's not the same thing because
I pay him for it. And why is everyone so short of time nowadays? |
Het gevoel in de steek gelaten te worden steekt, denk ik, de kop weer
op omdat het zich in de laatste jaren herhaald heeft: in mijn kringen
is vrij plotseling iedereen gaan samenwonen. De vrienden waarmee ik zo'n
uitstekende band had omdat we zo vaak samen dronken geweest waren hebben
nu allemaal iemand die veel belangrijker is dan ik; de vrienden waar ik
vroeger nachtenlang mee op kon zitten gaan tegenwoordig altijd op een
burgerlijk tijdstip naar huis; iedereen om mij heen heeft wel iemand waar
hij geregeld tegen aan kan praten; ik heb dan een psychiater, maar die
betaal ik er ook voor, dat is toch anders. En verder heeft iedereen het
tegenwoordig zo verdomde druk. |
So I am writing - and I am beginning to find out why: confessions
like this make the tired old heart lighter. Should I be able to show
who I am and why I act like this, then maybe I'll be accepted,
and that could make me accept myself, this role of looking on at
people going on. Humankind has to be reconciled to itself, that
seems to be the main thing. On completing this story I threw sign
#13: Comradeship. I was struck by: God is satisfied and relaxes:
maybe I've been put to the test sufficiently. |
Ik schrijf dan - nu voel ik ook waarom: zo'n bekentenis lucht me op.
Als ik in staat ben de mensen te laten zien wie ik ben en waarom ik zo doe,
dan akcepteren ze me misschien meer, en dan zou ik mezelf ook kunnen
akcepteren, de rol van toeschouwer bij het menselijk gebeuren aanvaarden,.
De mens moet met zichzelf verzoend worden, daar gaat het om.
Nadat ik dit verhaal voltooid had wierp ik teken 13: Kameraadschap. Wat me
opviel was: God is tevreden over z'n werk en gaat rusten: ik ben blijkbaar
genoeg op de proef gesteld. |
- or even the silver cord be loosed, or the golden bowl be
broken, or the pitcher be broken at the fountain, or the wheel
broken at the cistern; then shall the dust return to the earth as
it was. |
- voordat het zilveren koord losgemaakt en de gouden lamp gebroken wordt;
voordat de kruik bij de bron verbrijzeld en het scheprad bij de put
verbroken wordt, en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het
geweest
is.
|
nunc dimittis!
|
nunc dimittis!
|