• the verb stem for the first person singular (I - ik)
• the verb stem + t for the second and third person singular
  (you / he/she/it - jij/U / hij/zij/het)
• the verb stem + en (= the infinitive) for the plural
  (we/you/they - wij/jullie/zij)

For instance, drinken 'to drink' drinken to drink ik drink I drink jij drinkt you drink (singular, informal you) hij drinkt he drinks wij drinken we drink jullie drinken you drink (plural, informal you) zij drinken they drink U drinkt you drink (polite you)

ik drink 2 I am drinking

When the verb is placed before the subject, like in questions, there is no T added for the second person singular, for instance:
Drink je alcohol? 2 3 Do you drink alcohol?

ik lach I'm laughing		ik ('I')
		jij / je ('you' - singular informal)
		hij ('he') - zij / ze ('she')      - het / 't ('it')
		wij / we ('we')
		jullie ('you, you guys, y'all' - plural informal)
		zij / ze ('they')
		U ('you' - formal, polite)
		- short personal pronouns

Verb stems ending in T do not add extra T's
wachten		to wait
ik wacht		I'm waiting
jij wacht		you're waiting (singular, informal you)
hij wacht		he's waiting
wij wachten		we're waiting
jullie wachten		y'all are waiting (plural, informal you)
zij wachten		they are i waitng
U wacht		you are waiting (polite you)
2