Search my site:

Everyday Dutch Vocabulary 10 - Home - 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 - Version 2: 1 2 3 4 5 - Hear 2000 words (list)

A newer presentation of the little words: pictorial - list ('version 2')

The Little Words You'll Need Most 2

Many of these words look similar but mean different things in Dutch and English. For instance, Dutch 'op' may look like English 'up,' but it means 'on top of;' Dutch 'of' means 'or', it's not English 'of' or 'if.' When these words have multiple meanings, they may not be the same in Dutch and English; and these pages cannot possibly cover all meanings. Remember: "Een woordenboek is een leugenboek," hear (A dictionary is a book full of lies.)

The Little Words Listed Alphabetically English to Dutch - Dutch to English

[the words pictured]
het huis
de boom
de auto's
hear
(the house)
(the tree)
(the cars)
dit huis
deze boom
deze auto's
hear - take 2
(this house)
(this tree)
(these cars)
dat huis
die boom
die auto's
hear
(that house)
(that tree)
(those cars)
hier
daar
hear - 2
(here)
(there)
[the words pictured]
doos met nummer
doos zonder nummer
hear
(box with a number)
(box without a number)
met
zonder
hear - 2
(with)
(without)
that, those that car there
those words are easy
that house there
that is my car
those are my words
that is my house
is it true that ...?
(with 'de' words)

(with 'het' words)
(pronoun)
-

-
-
die

dat
dat
die auto daar - hear - [de auto]
die woorden zijn gemakkelijk - hear - [de woorden]
dat huis daar - hear - [het huis]
dat is mijn auto - hear
dat zijn mijn woorden - hear
dat is mijn huis - hear
is het waar dat ...? hear
this, these this car here
these words are hard
this house here
this is my car
these are my words
this is my house
(with 'de' words)

(with 'het' words)
(pronoun)
-

-
-
deze

dit
dit
deze auto hier - hear - [de auto]
deze woorden zijn moeilijk - hear - [de woorden]
dit huis hier - hear - [het huis]
dit is mijn auto - hear
dit zijn mijn woorden - hear
dit is mijn huis - hear
Note: All plurals are 'de' words. - de / het / 't hear (the - the definite article)

die
dat
deze
dit
hear
(that/those)
(that)
(this/these)
(this)

hoe
wat
wanneer
toen
hear
(how)
(what)
(when)
(when*, then*)

waar
wie
waarom
hear
(where)
(who)
(why)
Query Words: wie
click to hear
who
wat
click to hear
what
waar
click to hear
where
wanneer
click to hear
when
hoe
click to hear
how
waarom
click to hear
why
Simple Answers
how how do you do that?
how far is it?
- hoe hoe doe je dat? - hear
hoe ver is het? - hear
what what did you say?
what's the price?
what nonsense!
what time is it?



-


-
wat


hoe
wat zegt U? - hear
wat is de prijs? - hear
wat een onzin! - hear - 2
hoe laat is 't? - hear
when when are you coming back?
they [went away] left when the sun went down
at what time?
at the time
-
-
wanneer
toen
wanneer kom je terug? - hear
ze gingen weg toen de zon onderging - hear - 2
where where is the bathroom?
where are you from?
where have you been?
- waar waar is de WC? - hear
waar kom je vandaan? - hear
waar ben je geweest? - hear
who who knows the way? - wie wie weet de weg? - hear
why why are bananas crooked? - waarom waarom zijn de bananen krom? - hear

all all men are equal
all was quiet
all are welcome
all day
all in black
(bar none)
everything
everybody
(whole)
completely
-
-
-
-
-
alle
alles
iedereen
hele
geheel
hear
alle mensen zijn gelijk - hear
alles was rustig - hear
iedereen is welkom - hear
de hele dag - hear
geheel in 't zwart - hear
any

not any
do you have you any wool?
take any
I haven't any interest

he is not any wiser
(~some)
(choose any)
(not at all - adjective)

(not at all - adverb)
-
-
-

-
wat, ook, ---
ieder, elk, welke dan ook
helemaal geen,
geen enkele
helemaal niet

hear
heb je wol? - hear
neem welke dan ook - hear
ik heb helemaal geen interesse - hear
ik heb geen enkele interesse - hear
hij was helemaal niet wijzer geworden - hear
Some words are very hard to pin down, difficult to translate. 'Any' clearly does not have an equivalent in Dutch.
some can I have some flour?
some animals are more equal
(indefinite amount)
(subgrouping)

-
-
wat
sommige

mag ik wat meel? - hear
sommige dieren zijn meer gelijk - hear
every every word was true
the sun comes up every day
every soldier has a mother



- ieder, elk elk woord was waar- hear
de zon komt iedere dag op - hear
iedere soldaat heeft een moeder - hear
'elk' and 'ieder' are used almost interchangeably, like 'each' and 'every.'
little


a little
there was little money
he said little
the little brother
can I have a little cheese?
not much

small, young
a small amount of
-

-
-
weinig,
niet veel
klein
een beetje
er was weinig geld - hear
hij zei niet veel - hear
het kleine broertje - hear
mag ik een beetje kaas? - hear - 2
'weinig' and 'niet veel' are used almost interchangeably
few


a few
there are few whales left
few people speak Latin
a man of few words
a few drops of rain



-


-
weinig,
niet veel

een paar
er zijn weinig walvissen over - hear
niet veel mensen spreken Latijn - hear
een man van weinig woorden - hear
een paar regendruppels - hear
much


a lot of
there was much money
much was said about freedom
he spoke much
we need a lot of ice



- veel er was veel geld - hear
er werd veel gesproken over vrijheid - hear - 2
hij sprak veel - hear
we hebben veel ijs nodig - hear
many many people speak English
there were many complaints

- veel veel mensen spreken Engels - hear
er waren veel klachten - hear
less, least, more and most

wat
sommige
ieder
elk
hear
(what*)
(some*)
(every, each)
(every, each)

weinig
niet veel
klein
hear - 2
(little*, few)
(not much, not many)
(little*)

een beetje
een paar
veel
hear
(a little)
(a few)
(much, may)

no "Do you have bananas?" - "No."
there are no bananas
there are no mountains in Holland
negative response
zero quantity
-
-
nee
geen
"Heeft U bananen?" - "Nee." - hear
er zijn geen bananen - hear
er zijn geen bergen in Nederland - hear
yes "Do you have oranges?" - "Yes." positive response - ja "Heeft U sinaasappels?" - "Ja." - hear
not it is not true
I did not do it
negative - niet het is niet waar - hear
ik heb 't niet gedaan - hear
(affirmative) ~ but it is true
I did do it
~ but there are oranges
- wel
het is wel waar - hear
ik heb 't wel gedaan - hear
er zijn wel sinaasappels - hear

nobody
everybody
anybody
somebody
nobody is perfect
everybody makes mistakes
I don't want anybody to see me
somebody will have to find a solution



-
-
-
-
niemand
iedereen
iemand
iemand

hear
niemand is volmaakt - hear
iedereen maakt fouten - hear
ik wil niet dat iemand me ziet - hear
iemand zal een oplossing moeten vinden - hear
somewhere
nowhere/not anywhere
something
nothing
there must be a leak somewhere
you will not hear better Dutch anywhere
something's wrong
nothing is sacred
-
-
-
-
ergens
nergens
iets
niets

hear
er moet ergens een lek zijn - hear
je kunt nergens beter Nederlands horen - hear - 2
er is iets mis - hear
niets is heilig - hear
again the sun came up again
the engine is working again!

-
weer de zon kwam weer op - hear
de motor doet 't weer! - hear
almost we're almost there
it's almost ready
- bijna we zijn er bijna - hear
het is bijna klaar - hear
back he came back
he [gave back] returned the book
- terug hij kwam terug - hear - 2
hij gaf het boek terug - hear - 2
The body part 'back' is '[de] rug' click to hear in Dutch.
ever if you ever come this way ...
have you ever been to Memphis?

- ooit
als je ooit deze kant op komt ... - hear - ('kant' is literally: 'side')
ben je ooit in Memphis geweest? - hear
never there is never enough time not ever - nooit er is nooit genoeg tijd - hear
often I often think of you - vaak ik denk vaak aan je - hear
always there's always something
~ he's always there for you
- altijd er is altijd wel iets - hear
A. - hij staat altijd voor je klaar - hear - 2
B. - hij staat altijd klaar voor je - hear

nee
geen
ja
niet
wel
hear
(no*)
(no*)
(yes)
(not)
('do'**)

weer
bijna
terug
hear
(again)
(almost)
(back)

ooit
nooit
vaak
altijd
hear - 2
(ever)
(never)
(often)
(always)
far far from home
he is far away
it is not far to ...

-


ver

ver van huis - hear
hij is ver weg - hear - 2
het is niet ver naar ... - hear
near he lives near the museum
we're near the border
the distant future and the near future


(future)
-

-
dicht bij

nabij
hij woont dicht bij het museum - hear
we zijn dicht bij de grens - hear
de verre toekomst en de nabije toekomst - hear
than London is older than Berlin - dan Londen is ouder dan Berlijn - hear
then and then we had coffee
and then there'll be a party
(with pastry ... eh past tense)
(with present or future tense)
-
-

toen
dan
en toen dronken we koffie - hear
en dan is er feest - hear
now why are you here now?
are you hapy nou?
now that's [been] enough
- nu, nou waarom ben je nu hier? - hear
ben je nou blij? - hear - ('nou' is informal, spoken)
nou is het wel genoeg geweest - hear - 2
there there is a mailbox!
there is enough time
once upon a time there was ...
(place)
(indefinite)
-
-

daar
er
daar is een brievenbus! - hear
er is genoeg tijd - hear
er was er eens ... - hear
while he prepared dinnner while she played the piano - terwijl hij maakte het avondeten terwijl zij piano speelde - hear

ver
dicht bij
dan
toen
hear
(far)
(near)
(than, then*)
(then*)

daar
er
terwijl
hear
(there)
(there*)
(while)

eergisteren
gisteren
vandaag
morgen
overmorgen
hear
(the day before yesterday)
(yesterday)
(today)
(tomorrow)
(the day after tomorrow)
[the words pictured]
vorig jaar
dit jaar
volgend jaar
hear
(last year)
(this year)
(next year)
het verleden
het heden
de toekomst
hear
(the past)
(the present)
(the future)
toen
nu
dan
hear
(then - past)
(now)
(then - future)
2014
tweeduizendveertien
click to hear
2015
tweeduizendvijftien
click to hear
2016
tweeduizendzestien
click to hear
2017
tweeduizendzeventien
click to hear
2018
tweeduizendachttien
click to hear
2019
tweeduizendnegentien click to hear 2

last year
vorig jaar
click to hear
this year
dit jaar
click to hear 2
next year
volgend jaar
click to hear 2



the past
het verleden
click to hear
the present
het heden
click to hear
the future
de toekomst
click to hear


then
toen
click to hear
now
nu
click to hear
then
dan
click to hear

the day before yesterday
eergisteren
click to hear
yesterday
gisteren
click to hear
today
vandaag
click to hear
tomorrow
morgen
click to hear 2
the day after tomorrow
overmorgen
click to hear 2

Previous Everyday Dutch Home 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Words and Phrases for Travelers Next
Version 2: Nouns - Adjectives, Adverbs and Verbs - Prepositions (etc.): pictorial / list - Supplement

email - Copyright © 1999-2007 Marco Schuffelen - All rights reserved. This material may not be published, broadcast, rewritten, or redistributed.
Don't be a dief (thief) - dievegge (female thief) - diefstal (theft) - stelen (to steal) - heler (dealer in stolen goods) - hear Dutch - 2