The Lady
of Stavoren
- An old Dutch folktale, rewritten by me from childhood memory. |
|
Het Vrouwtje van Stavoren
|
|
There was a time that Stavoren, Friesland was a prosperous port.
|
|
Stavoren was ooit een welvarend havenstadje in
Friesland.
|
It is said the houses of the richest merchants had golden
doorknobs and marble doorsteps.
|
|
Men zegt dat de huizen van de rijkste kooplieden gouden deurknoppen
hadden, en stoepen van
marmer.
|
Every year more ships docked in the harbor,
and people came from near and far looking for work and a better
life.
|
|
Elk jaar legden er meer schepen aan in de haven, en van heinde en
verre kwamen er mensen naar toe, op zoek naar werk en een beter
leven.
2
|
|
One of the wealthiest people in town was a woman
who always wanted the best of everything.
|
|
Een van de rijkste inwoners was een vrouw voor wie alleen het beste
goed genoeg
was.
|
One day she called in
her most trusted captain.
|
|
Op een dag riep ze haar meest vertrouwde kapitein bij
zich.
|
"Right now, they're loading your ship with gold,"
she said, "and I want you to buy the most expensive item in the
world, so everyone in town will know how wealthy I am.
|
|
"Ik laat je schip volladen met goud," zei ze,
"en ik wil dat je voor mij
het kostbaarste koopt dat er op de wereld bestaat, om iedereen in
de stad te laten zien hoe rijk ik
ben.
|
"The most valuable item in the world - not a few random
nice things for my house, but really that one thing
that is the most expensive."
|
|
"Het meest waardevolle dat er op de wereld is - niet hier en daar
iets leuks om mijn huis mooier te maken, maar echt dat ene ding dat
het duurste
is."
|
|
The captain sailed the seven seas to all ports he knew and saw
many beautiful things.
|
|
De kapitein voer over de zeven zeeën naar alle havens die hij
kende en zag veel mooie
dingen.
|
He visited craftsmen that had exotic wood furniture, wood
carving and ivory, tailors that had beautiful clothes of silk and
velvet, and gold- and silversmiths that had jewelry with pearls and
diamonds.
|
|
Hij bezocht handwerkslieden met meubels van zeldzaam hout,
houtsnijwerk en ivoor, kleermakers met prachtige kleren van zijde en
fluweel, en edelsmeden met schitterende sieraden van goud en zilver
met parels en
diamanten.
2
|
Painters, sculptors and dealers showed him artworks, but he
kept asking himself, is this really the most valuable on earth? Is
this what the Lady wants?
|
|
Schilders, beeldhouwers en handelaren lieten
hem kunstwerken zien, maar steeds
weer vroeg hij zich af: Is dit echt het meest kostbare dat er is op aarde?
Is dit wat de Vrouwe wil
hebben?
|
|
Looking at the gold bars in the ship's hold, he started to
wonder what actually was more beautiful than gold itself:
What is of more value?
|
|
Als hij in het ruim van het schip naar de opgestapelde baren goud
ging kijken, begon hij zich af te vragen wat er eigenlijk mooier
was dan goud zelf: Wat is van meer
waarde?
2
|
He kept on searching for a while, but couldn't find the one item
that was without doubt the most valuable on earth, and he
felt there was other way than to return home empty-handed.
|
|
Hij zocht nog een tijd verder, maar
vond niet iets dat zonder twijfel het meest kostbare op aarde was, en hij
zag geen andere mogelijkheid dan
onverrichter zake naar huis terug te
keren.
|
"What's more beautiful than gold itself?"
was what he would tell the lady.
|
|
"Wat is mooier dan goud zelf?" zou hij de vrouwe
zeggen.
|
But sailing along the Baltic coast he saw
the ripening grain on the fields
ripple in the wind, and then understood this was what he had
been looking for all along.
|
|
Maar op de kust van de Oostzee zag hij vanaf het schip in het glooiende
land het rijpende graan op de velden wuiven in de wind, en toen
begreep hij dat dit het was wat hij al die tijd gezocht
had.
|
|
The harbor lookout sent a boy into town when he saw the ship
approaching.
|
|
De uitkijk bij de haven stuurde een jongen het stadje in toen hij het
schip aan zag
komen.
|
Soon, half the town was waiting on the quay.
|
|
Al gauw stond de halve bevolking van
het stadje op de
kade.
|
"Skipper, what are you bringing me?"
the lady of Stavoren said.
|
|
"Schipper, wat heb je voor me meegenomen," zei het vrouwtje van
Stavoren.
|
The skipper pulled a handful of wheat from a pocket of
his coat.
|
|
De schipper
haalde een handvol graankorrels uit een zak van z'n
jasje.
|
"The golden grain - there is nothing more precious on earth
- for what is more important than our daily bread,
the staff of life?"
|
|
"Het gouden graan - het waardevolste op aarde
- want wat is belangrijker dan ons dagelijks
brood?"
|
For a moment, the woman looked at him incredulously, and then she
became very angry.
"You idiot," she cried, "Throw it overboard."
|
|
De vrouw keek hem even aan alsof ze het niet kon geloven en
barstte toen in woede uit.
"Idioot," schreeuwde ze, "Gooi het
overboord."
|
"No, no!" the harbor master quickly said. "We don't throw
things overboard in the harbor."
|
|
"Nee, nee," zei de havenmeester snel, "We kunnen geen dingen overboord
gooien in de
haven."
|
"Then leave port and throw it into the sea,"
the woman said.
|
|
"Vaar dan uit en gooi het in zee," zei de
vrouw.
|
"But Ma'am, can't we give it to the poor?"
the captain asked
|
|
"Mevrouw,
kunnen we het niet aan de armen geven?" vroeg de
kapitein.
|
"No," the woman said, "Throw it into the sea."
|
| "Nee," zei de vrouw, "Gooi het in
zee."
2
|
"But imagine that you'd be poor yourself,"
the captain said.
|
|
"Maar stelt U zich eens voor dat U zelf arm zou zijn," zei de
kapitein.
|
The woman took a ring with a large diamond from a finger
and angrily threw it far away into the water.
"It's more likely that I'll see that ring back than that I'd ever be poor,"
she said.
|
|
De vrouw nam een ring met een grote edelsteen van een vinger en gooide hem
woedend ver weg het het water in.
"Ik zal nog eerder die ring
terugzien dan dat ik ooit arm zou
worden."
|
|
A few days later there was a frightening shriek from the
kitchen of the lady of Stavoren, and a cook was running through the
house, "Ma'am, Ma'm ... I was cleaning fish ... your ring ...
in the belly of a fish."
|
|
Een paar dagen later klonk er een ijselijke gil uit de keuken van het
vrouwtje van Stavoren en een kokkin rende door het huis, "Mevrouw,
mevrouw ... ik was vissen aan het schoonmaken ... Uw ring ... in de
buik van een
vis."
2
|
|
Over the next weeks, skippers said that where the grain had been dumped
the water was turning greenish. Was the grain sprouting?
|
|
In de weken daarna zeiden schippers dat waar het graan gestort was het
water een beetje groen leek. Begon het graan te
ontkiemen?
|
A sandbank developed, and it was getting more and more
difficult
for ships to
enter the harbor.
|
|
Er vormde zich
een zandbank, en het werd steeds moeilijker voor schepen om
de haven binnen te
komen.
|
After a few years, only small ships put into port anymore.
|
|
Na een paar jaar kwamen er alleen nog kleine
schepen.
|
The great merchants and many of the harbor workets left,
the golden doorknobs disappeared and it became very quiet.
|
|
De grote handelaren en veel van de havenwerkers vertrokken
naar elders, de gouden deurknoppen verdwenen en het werd er heel
rustig.
|
The Lady of Stavoren didn't leave. She still wandered around
town for years, dressed in black.
|
|
Het vrouwtje van Stavoren ging niet weg. Ze dwaalde nog jaren
door het stadje, geheel in het zwart
gekleed.
|
Geef ons heden ons dagelijks brood
Give us this day our daily bread
>> The Lord's Prayer
|
|
het gouden graan
2 |
|
|
'n brood
|
story set on a beach |
|
'aan zee' |
On our return from church we have a sherry and start a game of
Mah-Jong. Like Scott Fitzgerald's character I do not remember
much of the past twelve years, only playing Mah-Jong for days and
days on end, so my winning now comes naturally. Will I have
missed out on many things? Some people say I've been lucky. As
I've got four hidden chows, I'm in the waiting for one tile to
make a final pair. I take the winning tile from the wall; all in
all my score is doubled five times: scoring the limit. |
|
Nadat ze naar de kerk geweest zijn drinken we sherry en spelen Mah-Jong. Ik
win natuurlijk: van de afgelopen twaalf jaar herinner ik me weinig meer dan
Mah-Jong spelen. Zou ik zoveel gemist hebben? Sommige mensen zeggen dat ik
geluk gehad heb. Ik heb vier chows in de hand, moet nog één
steen trekken voor mijn sluitpaar: wachtend spel. Ik maak Mah-Jong: vijf
verdubbelingen: limiet.
|
- Let's go to the beach, my sister suggests.
As we agree, she takes her son off his homework and we get into
their car.
- Thalassa, thalassa, I intone on first
sight of the sea. For some reason I have not forgotten this, but
I guess these things are not taught anymore.
|
|
- Zullen we naar zee gaan, vraagt mijn zusje dan. Als we het een goed plan
vinden haalt ze haar zoontje van z'n huiswerk en stappen we in de auto.
- Thalassa, thalassa, zeg ik als we in Katwijk de boulevard oprijden. Dat
herinner ik me nog wel.
|
We walk on wet sand.
I wonder why my feet don't leave a clear impression, only a faint
circle of cracks at about eight inches around the point of impact. |
|
We lopen over het natte zand. Ik vind het vreemd dat mijn schoenen geen
afdruk achterlaten, dat rond mijn voet het zand glad blijft, en er pas op
zo'n 20 cm. een kring van barstjes komt.
|
- Ebbtide? I ask; my brother-in-law nods. I try carefully to
stay just outside of the lapping water, as if I've gone here
every day for I don't know how long. I wouldn't like to have it
known that I've not come here for so long. I'm not dissatisfied
with myself, toeing the line like a pro. |
|
- Tis eb, hè, vraag ik. M'n zwager knikt. Ik probeer vlak langs de
lijn tot waar het water komt te lopen, parmantig. Niemand mag merken dat ik
hier zo lang niet geweest ben. Het lukt me heel aardig: ik weet het goed te
schatten.
|
But a sudden big wave
washes away the new confidence. |
|
Maar een onverwacht grote golf spoelt over m'n enkels. Neemt het gevoel van
vaardigheid mee.
|
Suds in the water left by the
waves make it look like spent dishwater.
- Did the water always foam like this? And the small crabs,
I've never seen them before. My brother-in-law says they're not
unusual, and the suds are not new either. |
|
In de uitlopers van de golven zie ik belletjes als in bijna uitgewerkt
afwaswater.
- Schuimde het water vroeger ook zo? En die krabbetjes, die heb ik ook
nooit eerder gezien.
M'n zwager zegt dat ze niet ongebruikelijk zijn en dat het schuimen ook niet
van de laatste tijd is.
|
We walk for half an hour. I realize I do not notice the smell of
the sea. Should I give up smoking? I am amazed at the waves,
going on all the time, never giving up. Such staying power and
imagine the incentive it takes. |
|
We wandelen een halfuurtje. Ik merk dat ik geen zeelucht ruik. Moest ik maar
eens met roken ophouden? En God, die golven. Dat gààt maar
door.
|
My nephew starts a castle in the sand,
his father assisting. I lend a hand too, but it doesn't make me
happy. Someone once told me that in general it's alright to do
these things, it's ridiculous and immature only if your heart's
not in it. I'd wish a white ship would drop anchor, a beautiful
attendant inviting me to the new world. |
|
Mijn neefje bouwt een fort; zijn vader helpt hem. Ik draag ook een paar
handjes zand bij, maar ik vind het niet zo leuk. En zolang ik het niet met
volle overgave doe sta ik een beetje voor joker, is het niet volwassen.
|
The tide is turning, the waves nibbling at the castle at first,
swallowing it bit by bit later. I laugh with my sister at a large
wave breaking over her son. He gets back cold and wet and we're
off for home. I am silent. |
|
Het wordt nu vloed, zo te zien. Het fort kabbelt af. Mijn zusje en ik
lachen als een golf breekt over haar zoontje, dat nog steeds in z'n
fort staat. Hij komt nat en koud weer bij ons en we gaan naar
huis. Ik ben stil.
|
At the moment I am analyzing myself, investigating the
unconscious: looking for something in there is a bit weird: like
walking backward with my eyes closed, penetrating the dark room
that's behind me - like this dream in which I had chopped off
my hands and put them in a cooking-pot, but was held back from
consuming them at the last moment as it suddenly struck me that
eating human flesh is not done. Obviously I have made some
sacrifice that doesn't pay, and a warning against an unworldly ethics
system. Come to think of it, how should I have eaten without
hands? Dreams are not rational. |
|
Momenteel analyseer ik mezelf, onderzoek ik mijn onderbewuste: een heel
vreemd gevoel, wanneer ik daar iets vind: alsof ik achteruit loop, alsof
ik doordring in een gebied dat achter me ligt - een droom waarin ik mijn
handen had afgehakt en in een braadpan gedaan, maar van konsumptie afzag
toen ze bijna klaar waren, omdat ik het toch niet kon maken, mensevlees
te eten. Blijkbaar heb ik ergens iets opgeofferd zonder dat uit te buiten,
en een waarschuwing tegen wereldvreemde ethika.
|
Occasionally this kind of thinking almost overpowers me, in
sudden flashes of insight enabling me to fully explain myself:
....
|
|
Soms word ik bijna overspoeld door gedachten van dit soort, en dan kan ik
mezelf plots volmaakt verklaren: ik zal U daar nog een voorbeeld van geven.
...
|
|
In a way the I Ching is also rather helpful. I go about it like
this: I state a question, ponder it for some time, then make up a
hexagram by way of tossing some silver dollars, and look up the
explanation of the hexagram in the book. |
|
De I Ching is hier ook een grote hulp. Het werkt als volgt: ik neem een
vraag in gedachten, gooi met kwartjes een teken zodra ik me voldoende
gekoncentreerd heb, en zoek dan het praatje dat bij het teken hoort in
het boek op.
|
In these notes some
things will appeal to me, other things I skip: I suppose the
things that strike me relate to my feelings, show wishes and
fears: it teaches about my person, makes me look deeper into
myself. |
|
Er spreken me daarin om een-of-andere reden dingen aan, en
er zijn uitspreken waar ik overheen lees; ik neem aan dat wat mij opvalt
mijn gevoelens verwoordt, wensen en angsten aangeeft: daar leer ik van, dan
doorzie ik mezelf weer wat beter.
|
Today I threw sign # 50: The Cauldron. Stew in your own
juice is what comes to mind. Should I go in for a change? |
|
Zojuist wierp ik, voor de laatste
toekomstvooruitzichten, teken 50: Kookpot. Gaar koken in je eigen sop,
associeer ik. Moet ik dan maar eens iets anders gaan doen?
|
- a poem, a moment for a poem:
sometimes turning back
like I've forgotten something
I have lost myself |
|
- Een gedicht, voor een moment een gedicht:
soms loop ik terug
als ik iets vergeten ben
mezelf vergeten
|
A lot of people share my experience of the chilling adequacy of
the I's first message. My question: Will life ever be worth the
trouble, was answered by the last sign in the book: On Finishing. |
|
Nogal wat mensen met mij hebben de ervaring dat de eerste boodschap die van
de I ontvangen werd, byzonder treffend was. Op mijn vraag, Zal ik
het leven ooit nog als de moeite waard ervaren? kreeg ik het laatste teken,
nummer 64, Van De Voleinding.
|
It made even me doubt for a moment, but no, being a scientist's
son I am not to believe in a magic agency that's in control. |
|
Dan twijfel ik zelfs even, maar nee: als zoon
van een atheïst en natuurkundige kan ik natuurlijk niet geloven in
een magisch agentschap dat regulerend op zou treden.
|
In de bossen rond het stadje waar Mark Flaunders zijn jeugd doorbracht
loopt een beekje. Ergens langs dit beekje is een open plek in het
bos. Daar is het beekje niet erg diep, het water erg helder en het zand
geel, zoals aan zee. Het lijkt er wat op een strand. Dit is de
bekendste plaats aan dat beekje. Kinderen gaan er vaak spelen.
|
|
|
Mark en zijn buurjongetje Tommie hadden wel eens plannen gemaakt om
van daar af met lieslaarzen de beek door te lopen naar de plaats waar
zij in de Rijn uitkomt, of de bron op te zoeken, maar dat was er nooit
van gekomen. Het beekje liep door een paar landgoederen waar ze niet in
zouden mogen, zodat ze er niet gewooon langs zouden kunnen lopen. Maar
wie kan er nou een beek bezitten, dachten de jongetjes.
|
|
|
Later wees iemand hem twee gaten op de hei waar water uit stroomde,
over gras. Er werd hem verteld dat dit de bronnen van die beek
waren. Mark kon het niet geloven. Zo weinig water. Hij weet ook nog
steeds niet waar die beek in de Rijn uitkomt. Het zal een onbestemde
sloot zijn.
|
|
|
Zijn vader bracht een speelgoedhelicopter voor hem mee uit Amerika. De
staaf met batterijen en startknop in de hand kon hij die helicopter
laten opstijgen en er mee rondlopen tot de batterijen leeg waren. Dat
was na een paar dagen niet leuk meer.
|
|
|
Mark en Tommie zaagden schaafden en vijlden uit een stuk hout een
boot. Tom's vader maakte de schroef en zette die aan het motortje van
de helikopter. Mark bond de boot achterop zijn fiets en ging met
Tommie naar de beek. De boot in het water zetten ze het motortje aan
maar de stroming was sterker dan de eigen beweging van de boot. Niet
zo'n sukces.
|
|
|
Een vijftal jongens uit een infame buurt zien twee kleinere jongetjes
met een boot in de beek. Ze gooien hun fietsen neer. Ze lopen de beek
in.
- Doe maar net alsof je ze niet ziet, fluistert Tommie.
- Wat is dat?
- Een boot, zegt Mark, als een smoezelige hand op z'n arm gelegd wordt.
|
|
|
De schoffies duwen de jongetjes opzij. De boot wordt uit Mark's handen
getrokken. Hij wordt geslagen. Hij wordt gestompt. Tommie trekt aan z'n
arm. Ze gaan aan de kant zitten. Ze kijken naar de boot en de
schoffies.
|
|
|
- Als je wat doet houden ze je twee minuten onder water, zegt Tommie. Mark is bang.
Er komt een volwassene met twee kleine meisjes aan lopen. Mark rent
naar hem toe. De schoffies kijken op.
- Meneer, kunt U ons helpen? Ze ...
De man kijkt even naar de schoffies, duwt dan de meisjes vooruit en
loopt verder. De schffies lachen zachtjes, onder elkaar.
|
|
|
Meer mensen wandelen langs, maar Mark staart in het water. Hij huilt een beetje.
Na een tijdje duwen de schoffies de boot naar het midden van de beek
en gaan weg. Mark moet tot z'n middel het water in om de boot te
redden. Hij bindt de boot weer op z'n fiets en ze gaan naar huis. Het
is donker geworden. Ze haasten zich om vòòr het onweer
losbarst weer binnen te zijn.
|
|
|
Ze kunnen achter iedere boom zitten, zegt Tommie.
|
|
|
Het is zo gemakkelijk om te klagen; het is niet eens zo moeilijk een
verhaaltje te schrijven over fouten die de mensen maken; het is
niet moeilijk je grieven over bijvoorbeeld het gebrek aan
kameraadschap te verwoorden; het is eenvoudig je pijnlijke
jeugdherinneringen op te blazen tot een monument van intermenselijke
wreedheid. Maar wat doe je zelf, eigenlijk?
|
|
|
Toen ik vanmiddag met mijn inkopen naar huis wandelde hoorde ik iemand
huilen. Ik keek op en zag dat het een klein meisje was, dat zo huilde,
alleen, aan de overkant van de straat. We keken elkaar even aan; ik
liep door en zij ging harder huilen.
Ben ik dan toch net als jullie? Neen - ik kan het niet meer aanzien.
|
|
|
Stelt U zich voor: een onbestemde plaats, een onbepaalde tijd, een
vakuüm als het ware, waarin een groep van twaalf, mannen die er oud
en wijs uitzien aan een ronde tafel, sigarerook en een voorzitter die het
woord neemt:
"Deze Antoine a'Delphi - wij zijn niet tevreden. Ik stel fase 1 voor."
|
|
|
Antoine, die avond bij het muziek-luisteren na het eten, er komt een geluid
uit de luidspreker dat hij nooit eerder van die band hoorde, een stem:
"Meneer a'Delphi, wij zijn niet tevreden. Er moet eens iets gebeuren." Waarna
de band weer verder speelt zoals hij gewend is.
|
|
|
Antoine een beetje verbluft, maar hij kan er met niemand over praten: ze
zullen hem uitlachen, en als hij z'n waarneming moet gaan wantrouwen, dat
lijkt hem niet zo gezond; hij spoelt de band terug, maar nu is de Grande
Sonate ononderbroken. Iets te gaan doen echter, het lijkt hem een loffelijk
streven, hij dacht er zelf ook al een tijdje over - en nu een stem tot hem
gesproken heeft: dat is een extra stimulans.
|
|
|
De volgende dag met de opgaande zon zet Antoine uit, knapzak over de schouder;
hij trekt door wouden en woestijnen, bevaart oceanen en rivieren, zijn schaduw
valt zuid en het zand wordt paars: de nieuwe horizonten, op zoek naar een
bestemming om te bereiken; maar niemand leerde zijn naam of volgde zijn
verrichtingen, geen mens nodigde hem aan de haard en hij vond het nergens
leuk, het was toch overal hetzelfde: zodat hij teleurgesteld huiswaarts
keerde, en veilig weer op zijn kamer terug kwam.
|
|
|
Stelt U zich voor: hetzelfde komitee, de voorzitter: "Deze Antoine a'Delphi
- wij zijn niet tevreden. Ik stel fase 2 voor."
|
|
Imagine the same committee, the chairman:
"This Antoine a'Delphi, we are not pleased. I propose
phase 2." |
Antoine, die avond bij het aardappels-schillen, er kruipt een insekt uit
de aardappel die hij onder handen heeft, een torretje dat op z'n achterpootjes
gaat staan, midden- en voorpootjes spreidt en zegt:
"Meneer a'Delphi, wij zijn niet tevreden. Er moet eens iets gebeuren."
Waarna het torretje in het niets verdwijnt.
|
|
Antoine, peeling potatoes that night, a bug
crawls from the potato in hand, a beetle that rises on its hind legs,
spreading middle and front legs, speaking: "Mr a'Delphi, we are
not pleased. There is a need for action." After which the
beetle vanishes. |
Antoine weer lichtelijk verbijsterd, maar kan er nog met niemand over praten:
hij vindt het nog steeds belangrijk niet uitgelachen te worden, en te moeten
toegeven dat hij z'n waarneming niet kan vertrouwen, het lijkt hem weinig
gezond; hij onderzoekt de aardappel nauwkeurig, maar kan geen holletje vinden
waarin een tor had kunnen wonen. Iets te gaan doen echter lijkt hem nog steeds
een loffelijk streven, het houdt hem nog bezig, en nu een tor tot hem
gesproken heeft: moet het er blijkbaar nogmaals van komen.
|
|
|
De volgende dag met de opgaande zon zet Antoine uit, knapzak over de schouder;
hij reist naar steden en dorpen, bezoekt landen en kontinenten; hij schrijft
in het zand en bedient het perpetuum mobile: de nieuwe kweeste: op zoek naar
een opdracht om te vervullen; maar niemand hoorde zijn aanbod of wenste zijn
medewerking, geen mens vroeg zijn hulp en hij vond niets leuk om te doen, het
maakte toch niet uit wat je deed: zodat hij teleurgesteld huiswaarts keerde,
en veilig op zijn kamer terug kwam.
|
|
|
Stelt U zich nogmaals dat komitee voor, die voorzitter weer:
"Deze Antoine a'Delphi - wij zijn niet tevreden. Het vraagt om krasse
maatregelen. Ik stel fase 3 voor."
|
|
|
Antoine, die morgen bij het wakker-worden, langzaam schuiven zijn gordijnen
open en in doodse stilte verschijnt er voor zijn raam een groot oog, te groot
zelfs om binnen de omlijsting van het kozijn te passen. Antoine schrikt
natuurlijk wel even, ligt verlamd te bed - maar toch, na twee
vergeefse-zinloze expedities, hem opgedrongen door de duistere machten die
nu weer dit spektakel aanbieden: hebben zij het beste met hem voor of zijn
het gewoon vervelende dwingelanden? En zo'n oog, hoe kan dat nou? Dat kan
toch niet bestaan?
|
|
|
Daarom lacht Antoine: "Ga weg, gek oog!" De pupil vergroot, het blauw
verdwijnt, een zwart gat in een vuilwitte rooddooraderde glazige materie;
vervolgens lost het oog langzaam op, gaat de zon erdoorheen schijnen: even
blauwe lucht met een paar wolkjes, en dan zijn de gordijnen weer dicht,
draait Antoine zich om en slaapt door.
|
|
|
Op deze manier zou ik een heleboel papier vol kunnen pennen, lelijk is het
niet - de schoonheid van de taal laat mij het voorgaande staan - maar de
wereld waarin dit soort gebeurtenissen zich af moeten spelen bevalt mij niet,
en wel omdat in die wereld allerlei dingen die slechts produkten van de
menselijke geest zijn, dingen als ideeën, abstrakties en symbolen,
een eigen leven gaan leiden; en dat vind ik niet reëel, dat vind ik
niet een bruikbaar beeld, niet een hanteerbaar model geven van het leven op
deze aardkloot.
|
|
|
Het mag zijn dat sommige dingen moeilijk `gewoon' uit te drukken zijn, zich
niet gemakkelijk lenen voor een zakelijke beschrijving, vragen om een
poëtische benadering; ik zou Antoine bijvoorbeeld kunnen plaatsen voor
de keuze of hij voor zichzelf leeft, om z'n eigen zin door te drijven, of dat
hij leeft om erkenning te vinden, een mens tussen de mensen te zijn, de
heldere lege kamer van de deugd of de gevangenis van de aanhankelijkheid;
dat zou ik het gemakkelijkst kunnen verwoorden door hem op een tweesprong
een richtingaanwijzer te laten kiezen, hem die weg op te laten gaan: maar
zo-iets zou mij niet overtuigen als ik het ergens las, Maak dat maar eens
waar, zou ik dan zeggen; ik vind dat het geen pas geeft een moeilijk te
beschrijven situatie te ontvluchten door er een sprookje van te maken, of
half-begrijpen te kamoufleren met het tot leven wekken van
onbestaanbaarheden.
|
|
|
Er ziin geen onkenbare, verborgen bronnen waar de mensen uit kunnen putten;
niets heeft een naam, laat staan een betekenis, anders dan door mensen eraan
gehecht; er zijn geen doelen of richtingen anders dan door mensen
geïdealiseerd en beproefd, alles is betrekkelijk en vergankelijk; er
zijn geen krachten van goed en kwaad anders dan door mensen bedacht of
gerealiseerd: wij mensen zijn alleen op deze wereld; en het op papier
stellen van het hoe en waarom van mensen in die wereld, de poging daartoe
- dat acht ik de opdracht van een serieus schrijver.
|
|
|