Dutch Verb Horen ('to hear') - Smartphones Page

Horen 2 'to hear' is weak verb of the non-'t kofschip type, meaning its simple past tense and past participle have D-endings:

overview
horen		to hear
ik hoor		I hear
wij horen		we hear
ik hoorde		I heard
wij hoorden		we heard
ik heb gehoord		I have heard

simple present tense
horen		to hear
ik hoor		I hear
jij hoort		you hear (singular, informal you)
hij hoort		he hears
wij horen		we hear
jullie horen		you hear (plural, informal you)
zij horen		they hear
U hoort		you hear (polite you)

simple past tense
(horen)		to hear
ik hoorde		I heard
jij hoorde		you heard
hij hoorde		he heard
wij hoorden		we heard
jullie hoorden		y'all heard
zij hoorden		they heard
U hoorde		you heard

present perfect tense
ik heb gehoord	I have heard
auxiliary verb hebben
imperative
hoor!	hear!

Horen and Luisteren
Like 'to see' - zien ‑>> and 'to look' 'kijken' ‑>> for the eye, English and Dutch have 'to hear' - horen and 'to listen' - luisteren for the ear.
'To hear' - 'horen' 2 is noticing sensations reaching the ear, and 'to listen' - luisteren (often combined with naar 'to') - means your attention (or at least your hearing) is focused on something heard. - More luisteren  below

Ik zag de vogels 2 3 I saw the birds Ik keek naar de vogels 2 3 I was looking at the birds Ik hoorde de vogels 2 3 I heard the birds Ik luisterde naar de vogels 2 3 I was listening to the birds

Sample Sentences

Ik hoorde 't signaal niet 2 I didn't hear the signal

Ik hoor geen verschil [I hear no difference] - I don't hear a difference

Heb je 't nieuws gehoord? 2 3 Have you heard the news? Heb je 't nieuws al gehoord? 2 3 Have you (already) heard the news?

Hoor je hoe stil het is? 2 Do you hear how quiet it is?

Hij hoort veel He hears a lot ('his hearing is very good,'
but also: 'he's well connected, well informed')

Als je 't vaak genoeg hoort ... 2 When you hear it often enough ...

Hoorde ik dat goed? 2 Did I hear that correctly?

Ik ben blij dat te horen I'm glad to hear that

Het was niet wat hij wilde horen It was not what he wanted to hear - unwelcome information Ze willen 't niet horen 2 3 4 They don't want to hear it, they don't want to listen to it

Heb je nog van Piet gehoord? [Have you heard from Piet] Have you been in touch with Piet? Heb je nog wat van Piet gehoord? 2 [Have you heard something from Piet] Have you been in touch with Piet? Dan hoor je het ook eens van een ander 2 [Then] That way you'll also hear it from someone else

Nooit van gehoord 2 3 Never heard of it (or him/her)

Ik heb ervan gehoord 2 3 I've heard of it As sometimes haqppens, in the line below 'je hebt' 2 is contracted to 'jebt'
Je hebt vast wel eens gehoord van ... 2 3 4 You must have heard of ..., I'm sure you've heard of ...

Hier hoort men goed Nederlands Here (in this place) you hear good Dutch

Je kunt nergens beter Nederlands horen You can't hear better Dutch anywhere

Als ik het zo hoor ... 2 [(When) As I hear it like this] - Hearing this ... I understand, I gather

Ik heb wel eens gehoord dat ... 2 I heard sometime (somewhere) that ...

Ik heb wel eens gehoord dat het in het zuiden van Californië nooit regent
Ik heb wel eens gehoord dat het nooit regent in het zuiden van Californië 2 I've heard that it never rains in Southern California

Wat wil je horen? What would you like to hear? (music choice)

Hij liet ons een paar liedjes horen 2 He let us hear a few songs, ~he played a few songs for us

Hoor eens even! [Now listen!] That goes too far/I don't agree/It's not like that

Ik wil 't best wel vertellen hoor 2 3 4 I really don't mind telling [it to] you
'Hoor' in the sentence above has nothing to do with hearing but it is a 'pragmatic marker' that shows the speaker's willingness. I translated it as 'really.'

Ik hoorde de vogels fluiten 2 3 I heard the birds [whistle] sing

Ik kon de vogels horen 2 3 I could hear the birds

Ik kon de vogels niet horen 2 I could not hear the birds

Ik hoop de vogels te horen 2 3 I hope to hear the birds Ik had gehoopt de vogels te horen 2 I had hoped to hear the birds

Ik probeerde de vogels te horen 2 3 4 I was trying to hear the birds

When 'horen' in the perfect tense is combined with other verbs, it does not take on the past participle form gehoord but it will be the infinitive horen - more

Ik heb de vogels gehoord 2 3 I've heard the birds

Ik heb de vogels horen fluiten 2 3 I've heard the birds [whistle] sing

Ik heb je horen vloeken 2 I've heard you cursing

Ik heb hem nooit horen lachen 2 3 4 I've never heard him laugh

Ik heb de vogels niet kunnen horen 2 3 I have not been able to hear the birds

'Erbij horen'  means something like 'come with it,'   'belong to' or stronger 'needs to accompany'
Een ei hoort erbij An egg belongs to it, should go with it - you should have (eat) an egg with it (advertising slogan)

Luisteren - to Listen

luisteren		to listen
ik luister		I am listening
wij luisteren		we are listening
ik luisterde		I was listening
wij luisterden		we were listening
ik heb geluisterd		I have been listening
2

luister! 2 listen!

luisteren naar 2 3 listening to
naar muziek luisteren 2 3 listening to music ‑>> naar de radio luisteren 2 listening to the radio ‑>>

Ik luisterde naar de vogels 2 3 I was listening to the birds Ik luister nog vaak naar ... 2 I still often listen to ...

We zitten te luisteren 2 3 We are listening We zaten te luisteren 2 3 We were listening

We liepen naar de vogels te luisteren 2 'We were listening to the birds' (probably while walking)

Hij wilde niet naar de radio luisteren 2 He didn't want to listen to the radio

Ik denk niet dat hij naar ons had willen luisteren 2 I don't think he'd wanted to listen to us (he was obviously not interested in our opinion or advice)

Ik heb leren luisteren 2
Ik heb geleerd te luisteren 2 I've learned to listen

fluisteren is 'to whisper'

Related Words

(het) oor

koptelefoon

gehoorapparaat

microfoon

luidspreker

luidspreker

(het) horen 2 hearing, the sense of hearing
(het) gehoor hearing, the sense of hearing

absoluut gehoor	perfect pitch
(het) oor 2	ear
oren	ears
doof 2 (doof / dove )	'deaf' ->>
(het) geluid	'sound'
(de) muziek 2	music
See also:	Music Vocabulary
stil 2	silent, quiet ->>
(de) stilte 2	silence, quiet
(het) lawaai 2	'noise'
lawaaiig 2 (lawaaiïg)	'noisy'
(de) herrie	'noise'
(het) kabaal 2	'noise'
(de) ruis 2	'hiss, white noise'

(het) oor 2 can also mean the 'handle' of a cup etc.

(de) geluidsbarrière 2 'sound barrier'
(de) geluidstechnicus 2 3 sound engineer
(de) geluidsinstallatie sound system, 'stereo' ->>

oorverdovend 2 [ear-anaesthesizing] deafening, very loud een hels kabaal 2 3 4 [a hellish noise] very loud noise

Buren 2 are 'neighbors' and (het) gerucht 2 by itself means 'rumor,' but (het) burengerucht is loud noise that neighbors complain about

See also: Sound and Noise

'k Heb oorpijn I have an earache

Ik kon m'n oren niet geloven 2 3 ['I couldn't believe my ears'] - Hearing something incredible or something you had not thought possible

Hij had er wel oren naar 2 3 ['he had ears for it'] - He'd like to join in (an activity)

De stilte voor de storm The [quiet] calm before the storm, before a major event

Wat een herrie! 2 3 4 [Such a noise!} So much noise!

Ik werd ziek van de herrie 2 The noise made me sick

Houdt die herrie nooit op? Is that noise never going to stop?

Er is alleen herrie There is only noise, all there is is noise

Ik schrok van het lawaai 2 I was frightened by the noise, the noise frightened me

Heb je geen last van het lawaai? 2 3 4 Doesn't the noise bother you? ‑>> Ik ben eraan gewend 2 3 4 5 I've gotten used to it, I'm used to it ‑>>

Er is teveel achtergrondgeluid There is too much background noise

Smartphone Verbs Home

More Good Dutch Smartphone Pages

email - Copyright © Marco Schuffelen 2016.
All rights reserved. This material may not
be published, broadcast, rewritten,
redistributed, or hotlinked to.
Gij zult niet stelen 'Thou shalt not steal'