Dutch Verb liggen ('to lie down') - Smartphones Page

'Liggen'   2 is a strong verb: liggen / lag / gelegen

overview
liggen		to lie down
ik lig		I'm lying down
wij liggen		we're lying down
ik lag		I was lying down
wij lagen		we were lying down
ik heb gelegen		I have lain

simple present tense
(liggen 2 )		to lie (down)
ik lig		I'm lying down
jij ligt		you are lying down (singular, informal)
hij ligt		he is lying down
wij liggen		we are lying down
jullie liggen		you are lying down (plural, informal)
zij liggen		they are lying down
U ligt		you are lying down (polite you)
2

Like most strong verbs with an A in the past tense, that A is short in the singular, but long in the plural

ik lag	I was lying down
wij lagen	we were lying down

simple past tense
(liggen 2 )		to lie down
ik lag		I was lying down
jij lag		you were lying down
hij lag		he was lying down
wij lagen		we were lying down
jullie lagen		y'all were lying down
zij lagen		they were lying down
U lag		you were lying down
2

ik heb gelegen I have lain
auxiliary verb hebben

'Liggen' is also used to indicate an ongoing activity in the Dutch continuous, like for instance in:
Ze lagen te slapen They were sleeping See the continuous page for more examples.

Sample Sentences

Ik heb de hele nacht wakker gelegen 2 I've lain awake all night

ik probeer om tien uur in bed te liggen 2 I try to [lie] be in bed by 10 o'clock

De wind is gaan liggen The wind [went to lie down] died down

blijven liggen 2 ['to remain lying down,'] - 'stay in bed' Ik had willen blijven liggen 2 I [had wanted] would have liked to stay in bed Je kunt nog even blijven liggen 2 You may stay in bed a little longer Kon ik nog maar even blijven liggen! 2 3 I wish I could stay in bed a little longer Wil je liever bljven liggen? 2 Would you rather sleep a little longer, not get up yet?

De nadruk ligt op ... 2 The [emphasis] focus is on ... - see also below

Het ligt voor de hand ['It lies at hand'] - only figuratively: 'it's obvious' voor de hand liggend 2 3 'obvious'

Ligt 't aan mij? 2 Is it me? Is it my fault? Am I the problem? Ligt 't aan m'n stem? 2 Is it my voice? Is there something wrong with my voice? Is my voice the problem?

Ik lag in een deuk 2 I was in stitches, laughing uncontrollably

liggend streepje "_" 2 underscore

(de) tegenligger 2 3 4 5 ['lying-against'] - oncoming traffic

bedlegerig bedridden

belegen 2 ['having lain'] - said of cheese (kaas 2 3 ) 'of intermediate age,' between about two months and a year old - more milk and cheese

unrelated:  ongelegen 2 inconvenient, 'not a good time'

Leggen - to lay

leggen		to lay
ik leg		I lay
wij leggen		we lay
ik legde		I laid
wij legden		we laid
ik heb gelegd		I have laid
2

Hij legde de nadruk op gelijkheid 2 3 4 [He put the focus on ...] - He emphasized equality

uitleggen 2 3 'to explain'
Ik zal 't uitleggen I'll explain (it) Ik kan 't niet uitleggen 2 I can't explain (it) (to you) Hij legde een en ander uit 2 He explained several things (that were mentioned before)

kaarten uitleggen Laying out your cards (open) kaarten op tafel leggen to lay your cards out on the table

lagen leggen
to prepare (figurative) ambushes (de) hinderlaag 2 'ambush'

Het moede hoofd neerleggen 2 3 'laying down the weary head' - to die, after a life of much worry

droogleggen [to lay dry] 'to reclaim (land)' - take back (note English 're-claim.') ‑>> Ooit zullen we de Zuiderzee bedwingen en het land weer droogleggen. Someday we will [force] subdue the Zuyder Zee and reclaim the land Na elke overstroming malen de molens 't water weer weg - maar ooit zullen we de Zuiderzee bedwingen en al het verdronken land weer droogleggen. After each flooding the windmills pump the water away [again] - but someday we'll subdue the Zuyder Zee and reclaim all the drowned land.

De kippen zijn van de leg The chickens are ['off the lay'] not laying eggs regularly

(het) beleg spread, sandwich filling, what you put on bread - but also: 'siege' (het) broodbeleg 2 spread, what you put on bread (de) staat van beleg 2 state of siege ‑>>

beleggen 2	to invest (money)
(de) belegging 2	(money) investment

zich neerleggen bij 2 3 4 to resign oneself to, acquiesce in

(de) handoplegging 'laying hands upon' - 'touch therapy'

Liegen - to Lie, to Say What's Not

liegen

liegen to lie

-

loog lied

-

gelogen lied

liegen		to lie, speak lies
ik lieg		I lie
wij liegen		we lie
ik loog		I lied
wij logen		we lied
ik heb gelogen		I have lied

Hij loog 2	He was lying
Hij loog tegen mij 2	He lied to me
Ze hebben gelogen 2	They have lied, they were telling lies
(de) leugen	lie
(de) leugenaar 2	liar

't Was dus allemaal gelogen 2 [So it was all lied] - So all of it were lies Wanneer mag je liegen? 2 3 4 [When are you ...] Under which circumstances is it allowed to lie, tell untruths? - see also

Compare next to each other:

• liggen 2 'to lie down'
• leggen 'to lay down'
• liegen 'to lie' (to say what is not)

liggen	leggen	liegen
ik lig	ik leg	ik lieg
wij liggen	wij leggen	wij liegen
ik lag	ik legde	ik loog
wij lagen	wij legden	wij logen
ik heb gelegen	ik heb gelegd	ik heb gelogen
	2

A Dutch Continuous
zitten - liggen - staan - lopen

Smartphone Verbs Home

More Good Dutch Smartphone Pages

email - Copyright © Marco Schuffelen 2015.
All rights reserved. This material may not
be published, broadcast, rewritten,
redistributed, or hotlinked to.
Gij zult niet stelen 'Thou shalt not steal'