TOP |
Letters and Words | |
Punctuation Marks | |
---|
Grammar Terms | |
Pronunciation Terms |
---|
(de) zin
2
sentence, line - also: desire, liking
(de) regel
2
3
4
line, sentence - also: rule
(de) zinsbouw
2
syntax, word order, sentence structure
(de) woordvolgorde
2
3
word order
->>
(de) bijzin
2
sub-sentence, 'subordinate clause'
(de) paragraaf
2
/ (de) alinea
2
paragraph
(het) hoofdstuk
chapter
(het) boek
2
3
book
. | (de) punt 2 3 4 period | |
---|---|---|
, | (de) komma comma | |
; | (de) puntkomma semicolon | |
: | (de) dubbelepunt colon |
' | (de) apostrof apostrophe | |
---|---|---|
" "" |
(het) aanhalingsteken
quote, quote mark
plural: aanhalingstekens quotes, quote marks |
- | (het) streepje hyphen, dash | |
---|---|---|
_ | liggend streepje 2 underscore |
? | (het) vraagteken question mark ->> - 2 | |
---|---|---|
! | (het) uitroepteken exclamation mark | |
... | stippeltje stippeltje 2 dot-dot-dot |
( ) | haakjes
2
parentheses singular: (het) haakje 2 'tussen twee haakjes' 2 between parentheses |
---|
@ | (het) apenstaartje (apestaartje) [monkey's tail] at-sign | |
---|---|---|
# | (het) matje
2
hash, hash tag, pound sign
(het) hekje 2 hash, hash tag, pound sign |
|
& | (het) en-teken 2 ampersand |
(de) hoofdletter
capital, capital letter
(de) kleine letter
2
lowercase letter
cursief
2
italic
vetgedrukt
bold (print)
"Ik citeer: ..."
2
3
'I quote ...' 'quote unquote ...'
(het) citaat
2
3
quote (from text or speech)
‑>>
citeren
2
to quote
ä ë ï ö ü (diaeresis, dieresis) - the dots on top of vowels are called (het) trema - in Dutch, they indicate a syllable break before that vowel - more
See also: Simple Calculations, Math
(het) zelfstandig naamwoord
2
3
noun
(het) werkwoord
verb
->>
(het) hulpwerkwoord
auxiliary verb
(het) persoonlijk voornaamwoord
personal pronoun
->>
(het) bezittelijk voornaamwoord
2
possessive pronoun
(het) bijvoeglijk naamwoord
2
adjective
->>
(het) bijwoord
2
3
adverb
(het) voorzetsel
2
preposition
->>
(het) lidwoord
2
article
->>
bepaald lidwoord
'definite article' ('the' - de, het, 't)
onbepaald lidwoord
'indefinite article' ('a' - een, 'n)
'de'-woorden - nouns with 'de'
'het'-woorden - nouns with 'het'
(het) enkelvoud
2
(the) singular
(het) meervoud
2
(the) plural
->>
(de) vervoeging
2
conjugation (changes in verbs)
(de) verbuiging
2
3
declension (changes in nouns, adjectives, pronouns)
(het) voorvoegsel
2
prefix
(het) achtervoegsel
2
3
suffix
(de) uitgang
2
ending - also: exit
(de) vergrotende trap
2
3
comparative degree
(de) overtreffende trap
2
superlative degree
->>
(de) 'trap'
usually either means 'stairs' or 'kick'
sterke werkwoorden
2
strong verbs
zwakke werkwoorden
2
3
weak verbs
->>
John | Jan | subject | onderwerp |
gives | geeft | verb | werkwoord |
me | me | indirect object | meewerkend voorwerp |
a book | een boek | object | lijdend voorwerp |
2 |
(het) onderwerp
subject, nominative
(het) gezegde
the 'predicate' - what is said in a sentence about the subject
(het) lijdend voorwerp
2
['suffering item'] - object, accusative
(het) meewerkend voorwerp
['cooperating item'] - indirect object, dative
(de) tijd
2
3
(verb) tense - also: time
- time
(de) verleden tijd
2
3
past tense
(de) tegenwoordige tijd
2
3
present tense
(de) voltooide tijd
2
3
perfect tense
de toekomende tijd
2
the future tense
- or, with more precision:
onvoltooid tegenwoordige tijd
2
(ott
)
['unfinished present time'] 'simple (imperfect) present tense'
for instance: I have (ik heb
)
and: I am (ik ben
2 )
onvoltooid verleden tijd
2
(ovt
)
['unfinished past time'] 'simple (imperfect) past tense'
for instance: I had (ik had
2)
and: I was (ik was
)
voltooid tegenwoordige tijd
2
(vtt
)
['finished present time'] 'perfect present tense'
for instance: I have had (ik heb gehad
)
and: I have been (ik ben geweest
)
voltooid verleden tijd
2
(vvt
)
['finished past time'] 'perfect past tense'
for instance: I had had (ik had gehad
2)
and: I had been (ik was geweest
2)
(de) onbepaalde wijs
(verb) infinitive
(de) lijdende vorm
['suffering mode'] - the passive
(de) gebiedende wijs
2
3
['command mode'] - the imperative
voltooid deelwoord
past participle
wederkerende werkwoorden
2
3
reflexive verbs
- Smartphone Verbs Pages
(de) basisvorm 2 3 ((de) grondvorm 2 3) verb stem
In these pages, I usually call the
'schwa'
the 'voiceless, unstressed E.' The Dutch word for it is
'stomme E'
2
or
'toonloze E'
I'd rather call it
'niet-beklemtoonde E'
('unstressed E') but that's a mouthful.
How about 'doffe E'
2
('dull E')
- but who am I?
More Good Dutch Smartphone Pages
email -
Copyright © Marco Schuffelen 2015.
All rights reserved. This material
may not
be published, broadcast,
rewritten,
redistributed, or hotlinked to.
Gij zult niet stelen
'Thou shalt not steal'