Sleep

(de) bedtijd 2 'bed time' - time to go to bed (de) slaap 2 'sleep' (het) dutje 2 'nap' (het) middagdutje 2 afternoon nap sluimeren doezelen 2 'to slumber, half-sleep' 'to doze, half-sleep' (de) rust 2 rusten 2 'rest' 'to rest' (de) nachtrust 2 3 '(a) night's [rest] sleep' zich ontspannen 2 3 'to relax' >>

welterusten slaap lekker 2 'good night, happy dreams' ' sleep well' (de) geeuw 'yawn' (de) pyjama 2 'pajamas' snurken 'to snore' (de) droom 2 'dream' dromen 2 'dreams' // 'to dream' (de) nachtmerrie 2 'nightmare'

wakker klaarwakker 'awake' 'wide awake' wakker maken 2 3 wekken 2 'to wake up someone' wakker worden 2 3 'to wake up (yourself)' 'wake up!' ↓↓

goeiemorgen! goedemorgen! 'good morning!' (het) ontbijt 'breakfast' >> (de) douche (Fr.) 'shower' >> - 2

(de) slaapkamer 2

(het) bed

lezen in bed 2

(de) klok >>

(de) wekker

(de) wekradio

een kopje thee

douche * >> - ik douche 2

(de) deken

lakens singular: (het) laken 2

(het) dekbed

kussens singular: (het) kussen 2

(de) matras

(het) nachtkastje

(de) kleerkast 2

slapen	(to sleep)
slapen ik slaap jij slaapt hij slaapt wij slapen jullie slapen zij slapen U slaapt	(to sleep) (I sleep) (you sleep) (he sleeps) (we sleep) (you sleep) (they sleep) (you sleep)		ik sliep jij sliep hij sliep wij sliepen jullie sliepen zij sliepen U sliep 2	(I slept) (you slept) (he slept) (we slept) (you slept) (they slept) (you slept)		(you - singular, informal) (you - plural, informal) (you - polite)
ik heb geslapen 2 I have slept - examples of  slapen usage below

liggen	(to lie down - like, in bed)
ik lig jij ligt hij ligt wij liggen jullie liggen zij liggen U ligt 2	(I am lying down) (you are lying down) (he is lying down) (we are lying down) (you are lying down) (they are lying down) (you are lying down)		ik lag jij lag hij lag wij lagen jullie lagen zij lagen U lag 2	(I was lying down) (you were lying down) (he was lying down) (we were lying down) (you were lying down) (they were lying down) (you were lying down)
ik heb gelegen I have lain, I was lying

dromen to dream

-

ik droom I dream

-

ik droomde I dreamed

-

ik heb gedroomd I have dreamed

2 3

See also: 'De Vlinderdroom'

and examples below

rusten to rest	-	ik rust I am resting	-	wij rusten we are resting	-	ik rustte I was resting	-	wij rustten we were resting	-	ik heb gerust I have rested
more 'rust'

Welterusten allemaal 2	'Goodnight all'
Ik probeer om tien uur in bed te liggen 2	I try to be in bed by 10
Ik ga naar bed 2 3	I'm going to bed, sleep
Ik ga meestal om half elf naar bed 2	I usually go to bed at 10:30
Om elf uur viel ik in slaap 2	'I went to sleep at eleven, I fell asleep at eleven'
Hij viel als een blok in slaap 2 3	'He fell asleep very quickly' ('like a log')
Ze lagen te slapen	'They were sleeping' ‑>>
Hij lag in bed 2	'He was lying in bed'
Ik verlang naar m'n bed 2 3	'I long for my bed' (I'm very tired)
Hij sliep als een os 2	'He slept like [an ox] a log'
Ze sliep als een roos 2 3	['She was sleeping like a rose'] - she was sleeping quietly, undisturbed - roses Dutch men's deep sleep is like oxen, Dutch women sleep like roses
goed uitgerust 2	well-rested
Ik werd om vier uur wakker	'I woke up at four'
Ik werd midden in de nacht wakker 2	I woke up in the middle of the night
Bij 't minste of geringste geluid werd-ie wakker	He woke up at the littlest noise ↓↓
Ik ben om zes uur opgestaan 2	'I got up at six'
Ik sta elke dag vroeg op 2	'I get up early every day'
Je kunt nog even blijven liggen 2	'You may stay in bed [for a little while] a little longer, you don't have to get up right away'
Ik had willen blijven liggen 2 3	'I would have liked to [remain lying down] stay in bed'
Kon ik nog maar even blijven liggen! 2 3	'I wish I could stay in bed a little longer!'
Wil je liever bljven liggen? 2	Would you rather sleep a little longer, not get up yet?
Draai je nou niet nog een keer om 2 3	[Now don't turn over (in bed) another time] - Get up!
Hoe laat moet je opstaan? 2	'What time do you need to get up?'
't Is tijd om op te staan 2 3	It's time to get up
Hoe laat zal ik je wakker maken? 2	'What time shall I wake you up?'
Hoe laat moet ik je wakker maken?	'What time should I wake you up?'
Kun je me om zeven uur wakker maken? 2 3	'Could you wake me up at seven?'
Kun je me om acht uur wakker maken? 2	'Could you wake me up at eight?'
Kun je me om acht uur wekken?	'Could you wake me up at eight?' ↓↓
Heb je goed geslapen? 2	Did you sleep well?
Also:  Heb je lekker geslapen? 2	'Did you sleep [pleasantly] well?'
Ik heb goed geslapen 2	I have slept well, I did sleep well, I had a good night's sleep
Ik heb in tijden niet zo goed geslapen 2 3	I haven't slept this well in a long time
Ik heb niet geslapen 2	I have not slept, I did not sleep
Ik kon gisteren niet slapen 2	'I [couldn't] didn't sleep [yesterday] last night'
Ik kon vannacht niet slapen	'I [couldn't] didn't get any sleep last night'
slapeloze nachten 2	'sleepless nights'
Ik heb de hele nacht wakker gelegen 2	'[I've lain] I was lying awake all night'
Ik heb geen oog dichtgedaan 2 3	['I (didn't) couldn't close an eye'] - 'I didn't get any shut-eye'
Probeer wakker te blijven	'Try to stay awake'
Vechten tegen slaap 2 3	Fighting sleep, trying to stay awake
Ben je wakker?	'Are you awake?' (informal)
Bent U wakker?	'Are you awake?' (polite)
Ik werd wakker van de wekker	'I was woken up by the alarm clock'y
een dutje doen	'to take a nap'
Ik ga een dutje doen 2	'I'm going to take a nap'
Ik deed een dutje 2	'I took a nap'
Ik krijg niet genoeg slaap	'I don't get enough sleep, I should sleep more'
Ik moet vroeger naar bed 2 3	I should go to bed earlier
dromen 2 van 2	dreaming of, have pleasant thoughts about
Ik droom van sigaren 2	I'm dreaming of cigars
dromen 2 over 2	dreaming about
Ik droomde over m'n vader 2	I dreamed about my Dad, I had a dream about my Dad
Hij denkt dat ik het gedroomd heb 2	'He thinks I [dreamed it] saw it in a dream'
Knijp in je arm! 2 3 4	Squeeze your arm! (to make sure you're not dreaming)
Niet te lang uitslapen	'Don't lie in too long'
zich verslapen 2	to oversleep, wake up too late ->>
Ik had me verslapen	I had overslept, I woke up too late
Niet te laat opstaan	'Don't get up too late'
Op tijd naar bed	'Get to bed in time'
Warme melk met honing 2	'Hot milk with honey'
Ontspan je! 2	'Relax!'
Je moet je ontspannen 2 3	'You should relax!'
Ik lig te lezen	'I am lying down and reading'
Hij ligt te lezen	'He is lying down and reading'
Lekker lui liggen lezen	'lying down, enjoying a lazy read'
Ik wil er nog een nachtje over slapen 2	'I'd like to sleep on it' - I don't want to make a decision or give a statement right away
De uren voor twaalf tellen dubbel 2	The hours (of sleep) before 12 count twice, are counted as double

The English verbs 'to lie' and 'to lay' are confusing to some people; in Dutch there is a similar problem:

to lie (like, in bed)	liggen	ik lig	wij liggen	ik lag	wij lagen	ik heb gelegen	>>
to lay (like, to put)	leggen	ik leg	wij leggen	ik legde	wij legden	ik heb gelegd	2
to lie (to say what's not)	liegen	ik lieg	wij liegen	ik loog	wij logen	ik heb gelogen	>>

More on the liggen page - also on that page: more leggen and liegen

'Sleep' 2 is a False Friend. The Dutch word 'sleep' means 'train,' the long extension at the back of some formal dresses, and 'ik sleep' means 'I drag, I tow.' The verb is 'slepen' 2 ('to tow, to drag.') It also made me think of the delicious word '(de) sleepboot' 2 - not some weird Dutch footwear for in bed, but a 'tugboat.' There is actually a popular belief that sleeping with your socks on will give you nightmares.
(De) bedstee 2 is an 'alcove' - in the old days, a very small side bedroom, more a cabinet with just a mattress - Days of Old
De Schone Slaapster 2 ['the pretty (female) sleeper'] (The) Sleeping Beauty - Fairy Tales
(De) winterslaap 2 hibernation

'Wakker ('awake') looks related to the Dutch verb 'waken' 2 3 meaning 'to stay awake' or 'to watch over,' like in (de) bewaker 2 ('guard, minder') and (de) nachtwaker 2 3 ('night watchman') - (de) waakhond 2 ('guard dog')
waakzaam 2 3 4 ('vigilant, alert') - (de) wake 2 3 ('wake, vigil')

More Phrases: The Most Basic Phrases - Weather - Food and Drink - Travel - Various - Fun Things to Say
- Time - Speaking Dutch, Speaking about Dutch - Jobs and Work - The Senses - Sayings and Idiom
Further Study: Basic Dutch Words - Pictures Dictionary - Easy Dutch - Lessons - Pronunciation - Listening - Reading - Grammar
More Like This Page: Mail - Shopping - Medical - Military - Medieval

email - Copyright © Marco Schuffelen 2013. All rights reserved. This material may not be published, broadcast, rewritten, redistributed, or hotlinked to.
Don't be a dief (thief) / dievegge (female thief) - diefstal (theft) - stelen (to steal) - heler (dealer in stolen goods) - hear Dutch - 2