Hear Dutch Here — Learn Dutch There's never been a better time	100% Free	Guide to the Website Full Site Map - Mobile

Words, Vocabulary - Spelling and Pronunciation

Shorts - Verbs - Word Order - Exercises - 2 - MX

Lessons - Programs - Read and Listen to Dutch

Find Dutch words: Dutch List - English to Dutch

or:

my site

Facebook page

Shopping

What's the price (for this)?
Hoe duur is 't?

2 3 (How expensive is it?)
Hoe duur is dit?

(How expensive is this?) numbers
- or: Hoeveel kost dit?

(How much does this cost?)
- you could also say: Wat is de prijs?

(What's the price?) - a Dutchman wouldn't say it like that, but you will be prefectly understood.

Ik zoek een ... 2 (I'm looking for a ...)
Waar is de ... 2 (Where is the ...) - Waar is ... 2 (Where is ...)
Waar zijn de ... 2 (Where are the ...) - Waar zijn ... (Where are ...)
Ik kijk wat rond 2 3 ('I'm just looking around, just browsing')
Precies wat ik nodig had 2 ('Exactly what I needed')
Precies wat ik wilde 2 ('Exactly what I wanted')
- slang: Krek wa'k wou 2

[cash register receipt -
'Your cashier today was Jesus']

(het) bonnetje

(de) kassabon

(cash register receipt)

ik heb een boek gekocht 2
I have bought a book

(het) boodschappenlijstje

(de) boodschappentas

(de) fietstas

(bietjes

>>)

At the cash register, you may be asked: or shorter: receipt or about a plastic bag for your purchase: a plastic bag or: a small paper bag	Wilt U een bonnetje? 2 3 ('Would you like a receipt?') Bonnetje mee? 2 3 ('The receipt along with it?') bonnetje Tasje d'r bij? 2 (A plastic bag with it?) tasje zakje 2
You can answer: Yes, Please or: No, thank you or with more emphasis: I don't need a receipt	Ja, graag 2 - or: Ja, alstublieft 2 Nee, dank U 2 Ik hoef geen bonnetje 2

Heeft U ook postzegels? 2 3	Do you have (sell) stamps [too]? Do you happen to sell stamps? (in a shop)
Heeft U er postzegels bij? 2 3	Do you have (sell) stamps (with) for it? (in a shop)
Heeft U er postzegels voor?	Do you have (sell) stamps for it? (in a shop)

(de) winkel

- 2

(het) winkelwagentje

- 2
"(het) karretje"

2 3 4 5

Albert Heijn

(het) geld

(de) munten

munten

(de) bankbiljetten

bankbiljetten

See also: Money

(Fr.)

(Fr.)

kopen	(to buy)	(a very irregular verb)
kopen ik koop jij koopt hij koopt wij kopen jullie kopen zij kopen U koopt 2	(to buy) (I buy) (you buy) (he buys) (we buy) (you buy) (they buy) (you buy)		ik kocht jij kocht hij kocht wij kochten jullie kochten zij kochten U kocht	(I bought) (you bought) (he bought) (we bought) (you bought) (they bought) (you bought)	(you - informal singular) (you - informal plural) (you - polite)
ik heb gekocht I have bought

English	Dutch infinitive	simple present singular	simple present plural	simple past singular	simple past plural	perfect tense
English example	to buy	I buy	we buy	I bought	we bought	I have bought
to buy	kopen	ik koop	wij kopen	ik kocht	wij kochten	ik heb gekocht
to rent	huren	ik huur	wij huren	ik huurde	wij huurden	ik heb gehuurd
to pay	betalen	ik betaal	wij betalen	ik betaalde	wij betaalden	ik heb betaald	2 3 4
to sell	verkopen	ik verkoop	wij verkopen	ik verkocht	wij verkochten	ik heb verkocht
to bargain	afdingen	ik ding af	-	ik dong af	-	ik heb afgedongen	2 *
to shop	winkelen	ik winkel *	wij winkelen	ik winkelde *	wij winkelden	ik heb gewinkeld
More commonly people say: "ik ben aan 't winkelen" 2 'I am shopping' - or: "ik was aan 't winkelen" 'I was shopping'

(de) verkoop

'selling, sale' (note unusual stress)
(de) verhuur

'renting out'

shopping, to shop	- boodschappen doen >> (buying everyday necessities)	- winkelen >> (looking for nicer things)	Ik ga boodschappen doen 2 I am going shopping

See and Hear also: more about the shopping verbs and Money

boodschappen

2 shopping (items bought - or to be bought)

(de) winkel winkel/winkels	shop, store shop/shops
de dichtstbijzijnde winkel 2	the nearest shop, the shop closest-by
(de) klant	customer
(de) verkoper	salesman
(de) kassière	(female) cashier
(de) kassa	cash register
(de) kassabon	sales receipt
(de) openingstijden	business hours
(de) toonbank	counter
(de) zelfbediening	self-service
(de) supermarkt 2	supermarket
schappen	shelves
(het) winkelcentrum	shopping center, mall
(de) aanbieding	on sale
(de) opruiming 2	clearance, on sale
(de) uitverkoop	clearance (discontinued items)
(de) korting 2	discount

(de) bakker (de) bakkerij 2	baker, bakery bakery
(de) banketbakker	pastry chef/store
(de) groenteboer	greengrocer, fruit & vegetables shop
(de) melkboer	milkman
(de) kaaswinkel 2	cheese shop
(de) slager (de) slagerij	butcher, butcher's shop butcher's shop
(de) viswinkel 2 (de) visboer 2	fishmonger's store fishmonger, also fish market stall
(de) boekwinkel 2 (de) boekhandel 2	bookstore
(de) kantoorboekhandel 2	office supplies store
(de) drogist	drugstore, 'druggist'
(de) opticien (~French)	optometrist, eyeglasses store
(de) apotheek apotheker 2	pharmacy pharmacist

(de) bloemist	florist, flowers and plants store >>
(de) kledingzaak 2 (de) modezaak 2 (de) herenzaak 2	clothing store >> clothing store for ladies men's clothing store
(de) schoenenwinkel	shoe store
(de) juwelier	jeweler, jewelry store >>
(de) fietsenmaker 2 (de) fietsenwinkel 2	bike shop (with repairs and maintenance) bike store >>
(de) speelgoedwinkel 2	toy store

(de) dierenwinkel 2	[animals-] pet shop >>
(de) slijter (de) slijterij	liquor seller/store liquor store
(de) kapper	hairdresser, stylist, barber >>
(de) stomerij 2	['steamery'] dry cleaner
(de) schoenmaker	[shoe-maker] cobbler
(de) markt	market
(het) kraampje 2	market stall, booth

duur (duur / dure 2 dure 2) 'expensive'
goedkoop 2 (goedkoop / goedkope goedkope 2 3) 'cheap, inexpensive'
Hoe duur is 't? 2 3 [How expensive is it?] - What's the price? How much does it cost? Hoe duur is dit? [How expensive is this?] - What's the price (on this item)? How much does it cost? numbers duurder ('more expensive')
Is het duurder geworden? 2 [Has it become more expensive?] - Did the price go up? Het is te duur It's too expensive veel te duur 2 [much] way too expensive twee keer zo duur als ... 2 twice as expensive as ... Ik vind 't te duur 2 It's too expensive for me, I think it's too expensive') 't Is niet zo duur 2 3 It's not that expensive 't Is niet zò duur 2 3 4 5 It's not that expensive een duur restaurant an expensive restaurant een dure hobby 2 3 an expensive pastime Ik eet geen witlof meer want het is te duur 2 [I no longer eat ... because it is too expensive] - I stopped eating Belgian endives because they're too expensive een dure les 2 3 4 literally 'an expensive lesson' but often said of an unpleasant experience, not always involving money, that taught you something duur doen 2 showing off, to act as if you're rich (or important) dure woorden [expensive words] - 'big words' - complicated, unusual, hard-to-understand words, jargon meant to impress people below the speaker Wij zwoeren een dure eed We swore a [serious] solemn oath The verb duren 2 means 'to last, to take time' ‑>>

goedkoop 2 (goedkoop / goedkope goedkope 2 3) 'cheap, inexpensive'
een goedkope fiets 2 a cheap bike, an inexpensive bicycle een goedkope reis 2 a cheap trip, an inexpensive journey een goedkope oplossing 2 3 an inexpensive solution (to a problem) niet echt goedkoop 2 3 not really cheap
gratis 'free, at no cost'

(de) prijs 2 price // prize
een zacht prijsje 2 3 [a soft price] - a low price, (for) little money, very cheap Waar voor je geld [good stuff] value for money
(de) afzetter 2 3 seller whose prices are too high, swindler, cheater
We zijn afgezet 2 3 We've been had, we paid way too much Ik schrok van de prijs 2 I was taken aback by the price, I had not expected the price to be that high redelijk 2 (redelijke ) 'reasonable'
tweedehands 2 3 'secondhand, used'
(de) miskoop 2 'a bad buy, a disappointing or useless purchase'
Ik koop soms dingen die ik niet nodig heb 2 Sometimes I buy things I don't need' Vraag en aanbod 2 'supply and demand'
Usually, (de) vraag 2 means 'question ‑>> and (het) aanbod usually means 'offer' ‑>>
zuinig 2 (zuinig/zuinige 2) 'frugal'
- de zuinige huisvrouw 'the frugal housewife'
- (de zuinige motor 'the fuel-efficient engine') - adjectives add -E - (de) zuinigheid 2 'frugality'
- verkeerde zuinigheid 2 3 ('wrong-headed frugality' - like for instance 'penny wise, pound foolish')

My dictionary says 'department store' is (het) warenhuis but that's not a common word in Dutch. The stores are usually called by the company name: V&D ('V-en-D') 2 (closed 2016) - de Hema 2 and the upscale de Bijenkorf 2 ('the Beehive.')
The Aldi is an originally German supermarkets chain that often has special deals on home electronics and kitchen appliances.
De klant is koning "the customer is king"
vaste klanten 2 3 regular customers (also figuratively)
The grocery (kruidenier 2) that sold non-perishable food items has disappeared from Holland. Some quite logically developed into supermarkets. Like in other places, many small, specialized shops in Holland have closed because supermarkets offered goods at lower prices.
In jest, you can call a large supermarket chain (de) grootgrutter 2 - from the Tom Poes 2 / Heer Bommel 2 3 cartoons by Marten Toonder 2 ('grutter' 2 is an old-fashioned word for a seller of non-perishable foods like dried beans and flour.)
(de) slijterij 'liquor store' is a respectable business in Holland.
Doe-het-zelf ('DIY, Do-it-yourself')
(de) rekening 'bill, invoice' - (de) betaling 2 'payment' - (de) kwitantie 2 'receipt, proof of payment'
(de) bestelling 'order' (of goods or food/drinks) - 'order' (command, like in the military) is (het) bevel - and 'order' (organized structure) is (de) orde 2
(de) catalogus 2 'catalog'
(de) garantie 'guarantee; warranty'
Terugbrengen 2 ['to bring 'back'] - to return (an item to a shop) - not common in Holland, you'll need a good reason - see also: brengen
"Ik ga even naar de bakker" 2 I'll make quick run to the bakery = "even naar de bakker"
"Ik ga naar de stad" 2 3 'I'm going to town' (usually for shopping, dining out or entertainment)
Mag 't iets meer zijn? 2 3 ('Is it OK if it's a little more?' - what the butcher says when he cuts off a larger piece than you asked for)
te koop 'for sale' (a sign on houses, cars etc.)
per stuk 2 ('each' - the price for each item) - twee gulden per stuk ('two guilders each')
BTW 2 'value-added tax,' a kind of sales tax (already included in the stated price)
In Holland, prescription medicine can only be obtained at the pharmacy apotheek and not at a drogist 2 ('drugstore.')
(De) winkelier 2 ('shopkeeper')
- de middenstand 2 ('the shopkeepers, tradespeople' - as a group)
(de) groothandel 2 ('wholesale')
- (de) detailhandel 2 ('retail' - where the common people buy things)
kant-en-klaar 'ready-made' - like a store-bought hot meal
Wanneer is 't klaar? 2 3 ('When will it be ready?')
bestellen 2 3 4 5 to order (merchandise from a shop)
Ik heb 't bij Amazon besteld 2 3 I've ordered it at Amazon
Ik heb 't bij de Hema gekocht 2 3 I've bought it at the Hema
(het) koopje 2 3 bargain, good item at a low price
jagen op koopjes 2 3 hunting for bargains
Knollen voor citroenen verkopen 2 [selling turnips as lemons] 'fooling someone' - the common meaning is not the literal cheating in sales but making false promises, feeding impossible dreams etc. (The saying is from a time when lemons were expensive and in demand)
lenen 2 'to lend' // 'to borrow'
Ik leende een fiets van de buren 2 3 I borrowed a bike from the neighbors
Ik leende m'n fiets aan de buren 2 3 I lent my bike to the neighbors
(de) voorraad 2 'supply, stock, supplies' - voorraad inslaan 2 3 'laying in supplies'
(de) bevoorrading 2 3 'provisioning, supply' - (de) ravitaillering - 'provisioning, especially food for the military'
hamsteren 2 'hoarding, to hoard' - ((de) hamster 2 'hamster')