Dutch Conversations: Eating and Drinking, Food Phrases

The Conversations and Phrases pages are of course only a template, suggestions and model sentences. You may have other preferences and priorities than I. Substitute other words to create your own narrative. Find words below or on the pages linked to below or use the 'search' function (top left on most pages.)

Food Vocabulary

de / het / 't de het 't

(the)

een, 'n

(a)

één

(one)

>> >>

From the Basic Dutch pages:
(het) eten food (het) drinken drink >> (de) maaltijd meal >>		(het) water water (de) suiker sugar (het) zout salt

(het) vlees meat (de) vis fish (de) melk milk >>

(de) boter butter (de) kaas cheese >> (de) eieren eggs

(de) rijst rice (de) aardappels potatoes (het) brood bread >> (het) graan cereal, grain		(de) groente vegetables >> (het) fruit fruits >> (de) appel apple (de) sinaasappel orange

(de) noten nuts (de) bessen berries (de) jam (E) jelly, jam (de) taart cake

(de) soep soup (de) wijn wine (het) snoep candy (het) vergif poison

Find additional food and drinks words on these pages:

vegetables

fruits

dinners

breakfast, lunch, drinks and snacks

some overlap with:

meals - 2 3

food - 2 3 4 5

and see also:

kitchen - 2 3 4 5 6

(het) eten is the common Dutch word for 'food' - (het) voedsel ('food') is a bit bookish - (de) eetlust 2 'appetite'
gezonde voeding 2 healthy food, wholesome nutrition
(de) honger 'hunger' - hongerig 2 'hungry' - honger stillen 2 3 'to satisfy, alleviate hunger'
(het) drinken ('drink,' things to drink) - Dutch (de) drank usually means 'liquor'
(de) dorst 2 3 'thirst' - dorstig 2 'thirsty' - dorst lessen 2 'to slake, quench thirst'
(het) ontbijt 'breakfast' - (de) lunch 2 'lunch' - (het) avondeten 2 'dinner' - warm eten 2 'hot food'
Most people use the English word for 'lunch' - if it's a hot meal, you could say (het) middageten ('afternoon meal.')
For 'snacks' I usually use the English word, because the traditional Dutch words feel somewhat old-fashioned >>. But you could say: iets bij de koffie 2 3 ('something with your coffee') /or/ iets bij de thee 2 3 ('something with your tea') - een koekje bij de thee ('a cookie with your tea')

(de) smaak 2 taste ‑>> - (de) nasmaak aftertaste
(de) bijsmaak 2 3 'side' taste, "secondary taste," 'hint of'
zoet (zoet/zoete 2) sweet ‑>>
zout 2 3 (zout/zoute 2) salt, salty ‑>>
zuur 2 (zuur/zure 2) acid, sour ‑>>
bitter (bitter/bittere 2 bittere ) 2 3 bitter ‑>>
hartig (hartige 2) savory, not sweet, 'salty' - a good Dutch word for the fifth basic taste 'umami'?
pittig 2 (3) 'full-flavored, strong-tasting'
'Spicy, hot' is scherp 2 3 4 5 (scherpe 2) which can also mean 'sharp' like a knife - vlijmscherp ('very sharp' - knives)
heet 2 3 (hete 2 3 - heet / hete 2) is also said for 'spicy, hot' but it's even more confusing because like in English it also means 'hot, high temperature'
To avoid confusion, some Dutch people use the Malay word pedis for 'hot, spicy'
machtig 2 ['powerful'] - 'filling, heavy'
sappig 2 3 'juicy'
mals 2 3 'tender' (meat)
flauw 'weak of taste, missing something' (not enough salt?)
(de) geur 2 3 smell, odor
ruiken to smell (notice a smell)
ruiken naar 2 3 to smell of, to smell like
See also: Herbs and Spices and more 'Taste'

The Verbs

eten to eat	at ate	gegeten eaten
drinken to drink	dronk drank	gedronken drunk

simple present tense eten to eat ik eet I eat jij eet you eat (singular, informal you) hij eet he eats wij eten we eat jullie eten you eat (plural, informal you) zij eten they eat U eet you eat (polite you)

simple past tense (eten) to eat ik at I ate jij at you ate hij at he ate wij aten we ate jullie aten y'all ate zij aten they ate U at you ate

simple present tense drinken to drink ik drink I drink jij drinkt you drink hij drinkt he drinks wij drinken we drink jullie drinken you drink zij drinken they drink U drinkt you drink

simple past tense (drinken) to drink ik dronk I drank jij dronk you drank hij dronk he drank wij dronken we drank jullie dronken y'all drank zij dronken they drank U dronk you drank

dronken

eten met mes en vork 2
met mes en vork eten 2 eating with, using knife and fork eten met vrienden
met vrienden eten eating with, in the company of friends eten van een bord 2
van een bord eten 2 3 eating from a plate Hij dronk uit de fles 2 3 He drank from the bottle

koken to cook; to boil

-

ik kook I am cooking

-

ik kookte I was cooking

-

ik heb gekookt I have cooked

2

ik ben aan 't koken I'm cooking, preparing hot food Ik heb de aardappelen gekookt 2 'I have boiled the potatoes' Vind je 't leuk om te koken? 2 3 Do you like to cook? Do you enjoy cooking? (een) gekookt ei 'boiled egg' Ik heb de aardappelen gekookt 2 'I have boiled the potatoes' de gekookte aardappels 'the boiled potatoes' more 'koken'  below
bereiden 2 'preparing food' - old-fashioned

bakken to bake, fry, sauté

-

ik bak I am baking

-

ik bakte I was baking

-

ik heb gebakken I have baked

2

ik ben een brood aan 't bakken 2 I'm baking [a] bread ik heb de aardappelen gebakken 'I have [baked] fried the potatoes' (het) gebakken ei 'fried egg' gebakken champignons 2 3 sautéed mushrooms kort gebakken 2 baked, fried, sautéed shortly, '~rare' - More about Verbs - Easy Verbs

(de) kok (cook)

'Units'

'deelaanduidend woord.' 2 3)

een krop sla a head of lettuce een stronkje witlof a head of Belgian endive een stronk andijvie a head of endive een teentje knoflook 2 a clove of garlic een tros druiven 2 3 a bunch of grapes een handvol rozijnen a handful of raisins een snufje zout a dash of salt een korreltje zout a grain of salt een mespuntje cayennepeper a ['knifetip'] pinch of red hot pepper een klontje boter a knob of butter een pakje boter 2 a packet of butter een bal gehakt a meatball [ground meat ball] - also: 'a jerk' een moot vis a piece of fish, a fish steak een ons ham 2 3 100 grams of ham (about 3 ounces) een pond kaas 2 500 grams of cheese (about a pound) een plakje kaas a slice of cheese een stuk kaas 2 a piece of cheese

een graankorrel a grain of cereal een sneetje brood sneetjes brood 2 a slice of bread slices of bread een gesneden brood a sliced loaf of bread een boterham met kaas 2 boterhammen met kaas 2 a slice of bread with cheese (open-faced sandwich?) ->> slices of bread with cheese een broodje kaas (2) a cheese sandwich een klontje suiker 2 a sugarcube suikerklontje suikerklontjes 2 sugarcube sugarcubes een schepje suiker a spoonful of sugar een potje honing 2 a (small) jar of honey een reep chocola 2 a bar of chocolate een plakje cake 2 3 plakjes cake 2 a slice of banana bread slices of banana bread een plakje ontbijtkoek a slice of spice cake een kommetje pap 2 (3) a small bowl (cup) of porridge een zakje patat een zak patat a small bag of French fries a bag of French fries - also: 'a jerk'

een kopje soep 2 a cup of soup een kop soep 2 a 'cup' of soup >> een kom soep a bowl of soup een bord soep a plate of soup een kopje thee a cup of tea een kopje koffie a cup of coffee 'n bakkie troost 2 a cup of coffee (slang) een scheutje melk a splash of milk een wolkje melk a [small cloud] dash of milk een glas melk a glass of milk

een pak melk 2 3 4 a carton of milk een glas sinaasappelsap 2 a glass of orange juice een flesje water a small bottle of water een slokje water a sip of water een slok bier a gulp of beer een glas bier a glass of beer een krat bier a case of beer een fles wijn a bottle of wine een borrel a glass of liquor een glaasje likeur 2 a glass of sweet liquor

voor 't eten 2 ['before eating'] - 'before lunch/dinner'

onder 't eten 2 'while we were eating' - 'during lunch/dinner'

na 't eten 2 'after we had eaten' - 'after lunch/dinner'

Op de nuchtere maag 2 'on an empty stomach'

Inviting Etc.

Heb je honger?	['Have you hunger?'] - 'Are you hungry?'
Ik heb honger	'I am hungry'
Ik heb geen honger 2 3 4	'I'm not hungry'
Ik kom om van de honger 2 3	['I'm dying of hunger, I'm starving'] - 'I'm famished, I'm very hungry' (jocular)
Ik sterf van de honger 2 3	['I'm dying of hunger, I'm starving'] - 'I'm famished, I'm very hungry' (jocular)
Ik heb dorst	'I am thirsty'
We gaan zo eten 2 3	'We'll eat soon, in a few minutes'
Eten over een paar minuten 2	Food (dinner, lunch) will be ready in a few minutes (preliminary call)
Kom je eten? 2 3	'Are you coming, food is ready'
Aan tafel! 2	'Come to the table, food is ready' (it always sounds a bit impatient to me)
Eet smakelijk!	'Bon appetit! Enjoy your meal!'
Proost! 2	'Cheers!'
Wil je wat eten?	'Would you like something to eat?'
Wil je wat drinken? 2	'Would you like something to drink?'
Wat wil je drinken? 2	'What would you like to drink?'
Een kopje thee alstublieft	'A cup of tea, please' (polite)
Een kopje koffie graag	'A cup of coffee, please' (informal)
koffie met melk en suiker	'coffee with [milk] cream and sugar'
Mag ik een glas water? 2	'[May I] Can I have a glass of water, please?'
Mag ik wat water?	Could I have some water, please?
Mag ik een beetje kaas? 2	'Could I have [a little] some cheese, please?'
Heb je wat brood?	'Would you have some bread?'
Mag ik de boter? 2 3	Could I have the butter? Please pass the butter
Wil je een kopje thee? 2	Would you like a cup of tea?
Zal ik je een kopje thee inschenken?	Shall I pour you a cup of tea?
Nee, dank U 2	No, thank you (polite)
Nee, dank je 2	No, thank you (informal)
Ja, alstublieft 2	Yes, please (polite)
Ja, alsjeblieft 2 3	Yes, please (informal)
Ja, graag 2	Yes, please (informal) - I'd like that
Alstublieft /and/ alsjeblieft 2	are also used when handing someone something, like 'here you are'
Dank U wel	thank you (polite)
Dank je wel	thank you (informal)
Bedankt	thanks, thank you (informal)
Wil je koffie of thee of iets fris? 2 3	Would you like coffee or tea or [something 'fresh'] - juice or soda?
Wil je koffie of thee of iets anders? 2	Would you like coffee or tea or something else?
Wil je koffie of thee? 2 3	Would you like coffee or tea?
't Is allebei goed 2 3	[It is ...] Both are good, OK with me
Wat 't makkelijkst voor je is 2	What is most easy for you
Drink je alcohol? 2 3	Do you drink alcohol?
Ik ben blij met een kopje thee	[I am happy] I will be happy with a cup of tea
Wil je kaas of ham op je brood?	'Would you like cheese or ham on your bread?'
Wil je iets toe? 2 3	Would you like dessert?
Het smaakt naar meer 2	['it tastes like more'] 'It was so good I'd like some more, I wouldn't mind a second helping' (informal)
Wil je blijven eten? 2 3	Would you like to stay for [food - usually:] dinner
Er is genoeg eten 2 3	'There is enough food'
Je kunt wel blijven eten 2 3	'You may stay [to eat] for dinner (or lunch)'
Je hoeft niet weg te gaan 2 3	'You don't have to leave'
Drink eerst even rustig een kopje thee 2	'First, relax and have a cup of tea'
Kom je thee drinken? 2	~Come have some tea
Kom je een kopje thee drinken? 2	~Come have a cup of tea
te eten uitnodigen 2	['for eating, to invite'] 'to invite, ask for dinner'
te eten vragen	['for eating, to ask'] 'to invite, ask for dinner'
Kom je een keer bij ons eten? 2 3	'Would you like to come for dinner at our house sometime?' (singular 'you')
Komen jullie ... 2 3	(plural 'you')
Wil je een keer bij mij komen eten? 2 3	'Would you like to come for dinner at my house sometime?' (singular 'you')
Willen jullie ... 2 3	(plural 'you')
Zullen we ergens gaan eten? 2	'Shall we go eat somewhere?' (i.e. in a restaurant)
Een goede bekomst! 2 3	(old-fashioned, said after a meal, 'hoping for a good digestion')

More Questions

Heb je al gegeten? 2	Have you eaten already? Did you already have dinner?
Heb je nog niet gegeten? 2	Have you not eaten yet? Did you not have dinner (or lunch) yet?
Ik heb geen ontbijt gehad 2	'I didn't have breakfast'
Moet je nog eten? 2	Do you still have to eat? Have you not eaten yet?
Is er wat te eten? 2 3 slow	'Is there something to eat?'
Wanneer heb je gegeten? 2	When (what time) have you eaten?
Wanneer heb je voor 't laatst gegeten? 2	When have you eaten last, how long ago was your last meal? What was the last time you had something to eat?
Wat heb je gegeten? 2	'What have you eaten, what did you have?'
Waar heb je gegeten? 2	'Where have you eaten?'
Ik heb thuis gegeten	'I have eaten at home' (te 'at' + huis 2 'house')
Met wie heb je gegeten? 2	'With whom did you eat?'
Heb je goed gegeten? 2	'Have you eaten [good] well?'
Was 't lekker? 2	'Was it good, did you enjoy it?' (think of: 'to like') ->>
Heb je lekker gegeten? 2	'Was the food to your liking, did you enjoy your meal?'
Heb je genoeg gegeten?	Have you eaten enough?
Heb je te veel gegeten? 2	'[Have you eaten] Did you eat too much?'
Ik heb te veel gegeten	'I have eaten too much'
Ik voel me zo vol 2	'I feel so full' (I have eaten too much)
Heb je genoeg gedronken?	'Did you drink enough?'
Als je vis eet, moet je ook wat drinken 2 3 4	'When you're having fish, you should also drink something'
Vis moet zwemmen 2 3 4	'Fish has to swim, fish gotta swim' - drink well when you're eating fish
Je moet wat drinken 2 3	'You should drink something'
Heb je genoeg water? 2	Do you have enough water?
met kleine slokjes drinken 2	'[drink with] take small sips'
Zijn de appels groen? 2	'Are the apples green?'
Zijn de bananen nog groen?	'Are the bananas still green?'
Zijn de bananen al geel? 2	'Are the bananas already yellow?'
Zijn de perziken al rijp? 2	'Are the peaches ripe already?'
Is 't nog goed? 2 3	'Is it still good?' - i.e. not spoiled, still good and safe to eat
tenminste houdbaar tot ... 2	["can be kept at least till ..."] 'good till at least ...' - 'best before ...' - 'sell by ...' (remember that in Dutch dates, the day comes before the month)
Is er nog genoeg brood? 2	Is there still enough bread?
Heeft U bananen? - Nee	'Do you have bananas? - No' (polite 'you')
Er zijn geen bananen	'There are no bananas'
Heeft U sinaasappels? - Ja	'Do you have oranges? - Yes' (polite 'you')
Er zijn wel sinaasappels	'We do have oranges'
Hoe is de koffie op je werk?	'How is the coffee at work?'
Heb je je koffie op? 2 3	'Did you finish your coffee?'
Drink je thee 2 3	'Drink your tea'
Laat je thee niet koud worden 2 3	'Don't let your tea get cold'
M'n thee is koud geworden 2	My tea has gone cold
Onderweg drinken we een kopje koffie 2	'We'll have a cup of coffee on the way, on the road'

Comments

Het eten was erg lekker 2 3 4	'The food was very good, I really enjoyed the food'
Het eten was heerlijk	'The food was delicious, I really enjoyed the food'
food superlatives: erg lekker 2	'very good'
heerlijk 2 3	'delicious'
verrukkelijk 2 3 / verrukkelijke 2	delightful, divine
zalig 2	'heavenly'
(de) godenspijs	'the food of the gods, ambrosia'
ambrozijn 2	'the food of the gods, ambrosia'
nectar	'the drink of the gods, nectar'
't eten - 't was lekker	'the food - it was good, we enjoyed it'
't eten - 't was koud	'the food - it was cold'
verpieterd	food that's been kept warm too long and lost taste
smullen 2 / lekker smullen 2	'to eat with great enjoyment'
Vers brood is altijd lekker 2	Fresh bread is always [tasty] good
't Smaakt naar nootjes 2	'It tastes like nuts, it has a nutty taste'
't Heeft iets van chocola 2 3	['It has something of chocolate'] 'There's a hint of chocolate'
't Ruikt naar bloemetjes	It smells like flowers
't Ruikt zo branderig 2 3	There is a smell like (something) burning
Wat ruik ik toch? 2 3	[What do I smell?] - What is that smell? (I wonder, I can't identify it)
de geur van dennennaalden	the smell of pine needles
't Ziet er vies uit 2	'It looks unappetizing'
jasses! 2 3 / jakkes! / bah!	yuck! (said when something tastes really bad)

Narrative

Hollandse kost	Basic Dutch food, the simple Dutch cuisine - >>
Ik heb net een sinaasappel gegeten ... 2	'I just [ate] had an orange ...'
... en een kopje thee gedronken	'... and [have drunk] drank a cup of tea'
Ik eet elke dag een sinaasappel 2	'I eat an orange every day'
Ik heb gisteren niet veel gegeten 2	'I didn't eat much yesterday'
We zaten aan het ontbijt	'We were having breakfast, we were at breakfast'
We zitten te eten	['We're eating'] 'We're having dinner (or lunch)'
Na de lunch	'after lunch' - see also: before, during and after above
En dan gaan we eten 2	'And then we'll eat'
Een eenvoudige doch voedzame maaltijd 2 3 4	A simple but nutritious meal (Marten Toonder)
Alsof m'n mond in brand stond 2	'As if my mouth was on fire, as if there was a fire in my mouth'
't Heeft een rare bijsmaak 2 3	There is a strange (secondary) taste to it
Ik eet geen witlof meer want het is te duur 2	'I don't eat Belgian endives anymore because [it] they are too expensive'
Vrijdags eten we vaak vis 2 3 4	On Fridays we often [eat] have fish
's Woensdags eten we vaak linzen 2 3	On Wednesdays we often have [eat] lentils
Gisteren hebben we erwtensoep gegeten.	Yesterday we [have eaten] had pea soup (for dinner.)
Ik ga morgen bij m'n moeder eten	'I'll have dinner at my mother's house tomorrow'
Dat hebben we een tijd niet gehad 2	We haven't had (eaten) that for a while
We eten het nooit meer 2 3	We never [eat] have it anymore
We krijgen iemand te eten 2	We're having a dinner (or lunch) guest
But: We kregen brood te eten 2	We were given bread to eat
Ik ben met de Kerst vijf pond aangekomen 2	'I gained 5 pounds over the Christmas holiday'
Hij drinkt snel een biertje 2	He is quickly drinking a beer, he quickly has a beer.
Bij 't ontbijt drink ik thee 2	At breakfast I drink tea
Bij de lunch drink ik melk 2 3	At lunch I drink milk
Bij 't avondeten drink ik wijn 2	At dinner I drink wine
En toen dronken we koffie	'And then we had coffee'
Hij vroeg om een glas water 2 3	He asked for a glass of water
Hij dronk alleen water	'He only drank water'
Vroeger kostte een zakje patat een kwartje	'In the past, a small bag of French Fries could be had for a quarter (25¢)'
Ik heb een kater	'I have a hangover'
- (de) 'kater' 2	can als be 'a male cat'

Preferences

Waar hou(d) je van?	What do you like? (food, drink, music, movies, TV) ->>
Ik hou(d) van soep 2	'I like soup' (the D of 'ik houd' is rarely pronounced) ->>
Hij houdt niet van spruitjes 2	He doesn't like Brussels sprouts'
Hij lust geen spruitjes 2	'He doesn't like Brussels sprouts'
Ik hou(d) niet van vis 2	'I don't like fish'
Hij houdt erg van soep 2	'He really likes soup, he likes soup a lot'
Ik ben gek op drop 2 3	'I really like liquorice, I'm crazy about liquorice'
Ik heb zin in ijs 2 3	'I feel like ice cream, I would really like some ice cream now'
Heb je zin in een borrel?	'Would you like a glass of liquor?'
Ik heb zo'n zin in een kopje thee 2 3	'I really wouldn't mind a cup of tea, that's what I'd like most now'
Ik heb zo'n zin in iets lekkers 2	I have a great craving for something tasty, something really nice (usually sweet)
Ik ben allergisch voor eieren 2	'I'm allergic to eggs'
't Bederft m'n eetlust 2	It [ruins] spoils my appetite
Ik mag geen varkensvlees eten	'I'm not allowed to, I can't eat pork' (religion, doctor's orders)
Het eten van varkensvlees is verboden	'Eating pork is not allowed'
('verboden' 2	think of: 'forbidden')
Het drinken van alcohol is toegestaan	'Drinking alcohol is permitted'
Ik eet geen paardenvlees 2 slow	'I don't eat horse meat, I refuse to eat horse meat' (the N of 'paardenvlees' is not pronounced)
Ik eet geen rundvlees 2	'I don't eat beef'
Ik kan geen rundvlees eten 2	'I may not eat beef, it's not good for me to eat beef'
Ik krijg er last van 2 3	'It's going to bother me, it'll give me trouble, make me sick'
Ik wil geen vlees eten 2	'I don't want to eat meat'
Ik wil liever geen vlees eten 2 3	'I'd rather not eat meat, I'd prefer not to eat meat'
Slakken staan me tegen	'I'm revolted by [the idea of eating] snails'
cafeïne 2	caffein
cafeïnevrij 2 3	[caffein-free] decaf - it sounds a bit bookish
zonder cafeïne 2	[without caffein] decaf - this sounds more 'natural'
Heeft U cafeïnevrij?	'Do you have decaf?'
Heeft U zonder cafeïne?	'Do you have decaf?'
Mag ik zonder cafeïne?	'Could I (May I?) have decaf?'

Various: Dieting, Resolutions, Etiquette, Slang

Morgen gaan we lijnen	'Tomorrow we'll start dieting'
Ik word te dik 2 3	I'm getting [too] fat
Elk pondje gaat door het mondje	'Every pound goes through the mouth'
Ik ben vijf kilo afgevallen 2	I've lost 5 kilograms (10 pounds)
Gezond eten	'Eat wholesome food' (A New Year's resolution) ->>
(niet noodzakelijkerwijs biodynamisch 2	not necessarily organic 'health' food)
biologisch	[biological] 'organic'
Drinken met mate	'Drink alcohol in moderation' (A New Year's resolution)
Niet praten met je mond vol 2	'Don't speak [with] when your mouth is full'
Is er wat te nassen?	'Is there something good to eat?' (Slang) 'nassen' - think of: to nosh
" Da' lus' ik nie' " ('Dat lust ik niet' )	'I don't like that, I don't want to eat it' (Slang)
vreten 2	'to eat like a beast' (Slang) >>
zuipen 2	'to quickly drink much alcohol' (Slang) >>
koek en zopie 2	'simple snacks and drinks from a hole-in-the-wall place'

In A Restaurant

We gaan uit eten	'We're going to eat out'
een duur restaurant	'an expensive restaurant'
een sjieke (chique) tent	'a classy place' (slang)
De koffie is klaar	'Coffee is ready' (a sign in a window)
Heeft U een ander tafeltje?	'Would you have another table?' (I want to sit somewhere else)
Wat zou U aanraden? 2	'What would you recommend?'
Heeft U iets vegetarisch?	'Do you have something vegetarian?'
een vegetarische schotel 2	'a vegatarian dish'
een vegetarische maaltijd	'a vegetarian meal'
Ik ben vegetariër	'I'm a vegetarian'
Ik ben geen vegetariër 2	'I'm not a vegetarian'
Mag ik de rekening? 2 3	['May I have the bill?'] 'Check, please' - numbers
in jest: Hoeveel is de schade?	'What's the damage?' - like, 'How far does that set me back?'
(de) fooi 2	'tip'
Laatste ronde! 2	'Last call!' - last ordering of drinks before closing time

In The Kitchen, Cooks Talking

Kook de aardappels zeventien minuten	Boil the potatoes for 17 minutes
De aardappels koken	'The potatoes are boiling'
de kokende aardappels	the boiling potatoes
kokende olie	boiling oil (NOT: 'cooking oil')
de gekookte aardappels	'the boiled potatoes'
(het) kooknat 2 3	the water used to boil vegetables etc.
De aardappels zijn gekookt geworden	'The potatoes have been boiled' ->>
Ik heb de aardappelen gekookt 2	'I have boiled the potatoes'
aan de kook brengen	to bring to a boil
Breng 't aan de kook 2 3	'Bring it to a boil'
Als 't eenmaal kookt ... 2 3	Once it's boiling, when it's boiling ...
Laat 't twintig minuten koken 2 3	'[Let it boil] Keep it boiling for 20 minutes'
van de kook 2 3	['off the boil'] - no longer boiling
De soep kookte over	'The soup boiled over'
De pap is overgekookt	'The porridge has boiled over'
Ik ben aan 't koken	I'm cooking, preparing hot food
Hou(d) je van koken? 2	Do you like to cook? Do you like cooking?
Vind je 't leuk om te koken? 2 3	Do you like to cook? Do you enjoy cooking?
Ik maak pap voor 't ontbijt 2	I'm making porridge for breakfast
Ik moet met 't eten aan de gang 2	['I have to get going with the food'] I have to start cooking
Bietjes en spinazie passen goed bij elkaar	'Red beets and spinach go together well, are a good fit'
't Past er goed bij 2	'It goes together well'
een goede combinatie 2	'A good combination'
Je proeft 't niet 2 3	'You don't taste it, you won't notice the taste of this ingredient or procedure'
Ik ben bang dat het nog niet klaar is	'I'm afraid it's not ready yet'
Het is bijna klaar	It's almost ready
Er zijn geen tomaten 2	'There are no tomatoes'
Er zijn groene tomaten	'There are green tomatoes' ('We have green tomatoes')
Morgen ga ik witlof maken	Tomorrow I'll prepare Belgian endives.
Laat 't afkoelen 2	Let it, allow it to cool down
Doe de aardappels in de pan 2 3	Put the potatoes in the pan
Knip de peterselie met een schaar 2	Cut the parsley [with a] using scissors
Ik heb de eieren laten schrikken	['I startled the eggs'] - pouring cold water over just-boiled eggs for easy peeling
Een ei hoort erbij	'An egg [belongs to it] should be part of any meal' (advertizing slogan)
Ik heb de aardappelen gebakken	'I have [baked] fried the potatoes'
Ik ben een brood aan 't bakken 2	'I am baking (a) bread'
Ik heb brood gebakken 2 3	'I baked (a) bread'
't Brood is gebakken	'The bread has been baked' ->>
Doe het brood in de diepvries 2 3	Put the bread in the freezer
Het brood is niet goed gerezen 2	'The bread did not rise well'
Ik wil niks verloren laten gaan 2	[I want nothing go to get lost] - 'I don't want anything to go to waste, I don't want to waste anything'
Dat moet eerst op 2 3 4	[That should first be finished] - We should use (or eat) that first
Mag ik het recept? 2 3	'Can I have the recipe?'
't Is niet vies ... 2 3	It doesn't taste bad ...
Maar 't had lekkerder kunnen zijn 2	But it could have been better (-tasting)
Maar 't is ook niet bijzonder 2	But is isn't very special either
Maar 't was ook niet geweldig 2 3	But is isn't great either
Er is meer van te maken 2 3 4	[More can be made of it] - It could be better, you could do more with it, there is room for improvement
Je kunt ook een blikje opentrekken 2 3 4	You could [rip open] open a can - you could use canned

Food-Related Sayings and Expressions

['Finding the dog in the cooking pot']
Dan vind je de hond in de pot 2 ['Then you'll find the dog in the cooking pot'] - When you're very late for a meal, you may find the dog finishing the leftovers - general meaning: coming late you may be left empty-handed

'(mixing) water into the wine' - going for a compromise
Water bij de wijn 2

[Change of food makes people eat] - Food variety helps the appetite
(de) spijs is an old-fashioned word for 'food' ‑>>

Mavis Haggar from the U.K. asked about decaf and suggested a few of the 'Preferences' lines.
Margreet Hirs told me the meaning of the saying 'hij lust er wel pap van' and gave an explanation for it.

More Phrases: The Most Basic - Weather - Sleep - Various - Fun Things to Say
- Speaking Dutch, Speaking about Dutch - Jobs and Work - The Senses - Sayings and Idiom
Life - Change - Time
Further Study: Basic Dutch Words - Pictures Dictionary - Easy Dutch - Lessons - Pronunciation - Listening - Reading - Grammar

email - Copyright © Marco Schuffelen 2013. All rights reserved. This material may not be published, broadcast, rewritten, redistributed, or hotlinked to.
Don't be a dief (thief) / dievegge (female thief) - diefstal (theft) - stelen (to steal) - heler (dealer in stolen goods) - hear Dutch - 2