More pages like this:
Losse Wooorden 1 - Losse Wooorden 2

Disambiguation: Many common Dutch words have more than one meaning.

Disambiguation Home - Aan - Achter - Af - Al - Als - Binnen/Buiten - Daar - Dan - Dat - Door - Eens - Er - Erg - Even - Haast - Het - In - Laat - Maar - Na - Naar - Net - Nog - Of - Om - Onder/Boven - Op - Over - Toen - Uit - Van - Voor - Vroeg - Waar - Wat - Weg - Zo - more

Dutch Disambiguation Remainders

Enkel	ankle single, only

Dutch (de) enkel (plural: enkels 2) is the body part 'ankle' connecting leg and foot - more recognizable body parts
Dutch 'enkel' can also be an adjective (enkel/enkele 2) meaning 'single, only, one-time'
It's often found as geen enkel 2 3 / geen enkele (['no single'] - 'zero, nothing at all.')
(Het) enkelvoud 2 is the 'singular' of grammar ‑>>
Not to be confused with (de) eenvoud 2 3 ('simpicity') and its adverb and adjective eenvoudig ('simple, easy to solve') - more below

zwakke enkels 2	weak ankles
Ik heb m'n enkel verzwikt 2 3 4	I've sprained (hurt) my ankle
(het) enkelvoud 2	the 'singular' of grammar ‑>>
Een enkel woord is genoeg 2	A single word is enough
een enkele keer	['a single time'] rarely, very occasionally
geen enkel 2 3 (geen enkele )	['no single'] - 'zero, nothing at all'
Er is geen enkel bewijs 2	There is [not a single] zero proof, not a shred of evidence
geen enkel bezwaar 2	no objection at all
Er is geen enkel bezwaar tegen slow	There is no objection at all to it, go ahead
't Heeft toch geen enkele zin 2 3	There is no use to it, it's pointless
Ik heb geen enkele interesse	It doesn't interest me at all
Hij nam geen enkel risico 2 3	He didn't take any [risk] risks
'n enkeling 2 3	a rare individual, one of a very small number, very few people are like him or her

English 'single' as 'not married' is ongetrouwd 2 3 - and 'not in a relationship' is alleenstaand 2 3 ['standing alone'] - also said of houses.
(de) ongehuwde moeder 2 [unmarried] single mother
(de) vrijgezel 'bachelor' - see also: - family

één keer - one time, once  /  twee keer - two times, twice
dubbel - double  /  'n keer - sometime

één keer	one time, once
één keer per dag	one time, once a day
één keer maar 2 3	one time only, just one time
... éénmaal ... andermaal ... verkocht!	['one time ... another time ... sold!'] - 'going once ... going twice ... sold!'  (at an auction)
nog één keer 2 3	one more time
nòg 'n keer 2 3	another time, ~again

twee keer 2	two times, twice
twee keer per dag	two times a day, twice a day
Dat is twee keer zo ver! 2 3 4	That's twice as far! (distance)
twee keer zo duur als ... 2	twice as expensive as .../i>
2x3=6 (twee keer drie is zes)	2x3=6

dubbel / dubbele 2	double
dubbeldekker 2	double-decker (bus or airplane)
dubbele dooiers 2	double yolks
dubbel doppen 2	'double shelling' - rub off the skin of fava beans after removing the beans form the pods - unusual in Holland  ‑>>
dubbele deur	double door - either a door in two parts, splitting vertically, or two doors close behind each other English 'Dutch door' is a door in two parts splitting horizontally, called  'boven‑ en onderdeur' or 'boerderijdeur' boven 2 (upper) onder (lower) (de) boerderij (farm)
dubbelepunt 2	colon " : "
dubbeltje 2	dime, 10¢-coin (2  stuivers 'nickels,' 5¢ pieces)
dubbel en dwars 2 3	deservedly // more than reasonable
dubbelzinnig 2 3	[of double meaning] - ambiguous
dubbelop 2	['double amount, double dose'] - excess, in excess

But:  'n keer 2 3 is 'sometime' - at some unspecified or unknown time

Dat gaat 'n keer mis 2 3	That [goes] will go wrong sometime
Kom je een keer bij ons eten? 2 3	'Would you like to come for dinner at our house sometime?' (singular 'you')
Wil je een keer bij mij komen eten?	Would you like to come for dinner at my place sometime? (singular 'you')
Willen jullie ...? 2 3	(plural you)
Ik wil ook nog een keer naar Amerika.	I would also like to visit the US sometime. ('America')
Ik wil nòg een keer naar Jeruzalem 2 3	I would like to visit Jerusalem again.
nog eens een keer 2 3	'Another time' - again, once more

(de) eenvoud  simplicity

(de) eenvoud 2 3	'simpicity'
eenvoudig (eenvoudige 2)	simple, easy to solve
doodeenvoudig 2 3	[dead-] very simple
vereenvoudigen 2 3	to simplify
Hou 't eenvoudig 2	Keep it simple
Probeer 't eenvoudig te houden 2	Try to keep it simple
('t Is niet fout ... 2 3	It's not wrong ...)
... maar je kunt het eenvoudiger zeggen 2 3	... but you can say it in a less complicated way, there's a simpler way to say it
Ik ben een eenvoudig iemand	I'm just a simple guy
Een eenvoudige doch voedzame maaltijd 2 3 4	A simple but nutritious meal (Marten Toonder)

ingewikkeld / ingewikkelde 2 3 complex, complicated
wikkelen 2 to wind, enfold, wrap around
gecompliceerd / gecompliceerde 2 complicated
't Is te gecompliceerd 2 It's too complicated complicaties 2 3 4 5 complications
Hij waarschuwde voor complicaties 2 3 He warned of complications

in drievoud 2	in triplicate, 3 copies
vijfvoud 2 3	five-fold, five copies, five times
zesvoudig	six-fold, six copies, six times

toe

Enig	1. only, single, unique, one-time, one-and-only 2. any

dit is de enige kans	this is the only chance
enig kind	only child
de enige voorwaarde	the only condition
de enige uitweg is omhoog	the only way out is up
het enige voorbeeld dat ik kan bedenken	The only example (that) I can think of
het enige boek dat dit goed beschrijft 2 3	[the only book that describes this well] the only book to describe this well
de enige logische verklaring 2 3 4	the only logical explanation, the only explanation that makes sense
'Bijzonder' lijkt de enige uitzondering	'bijzonder' [looks like] seems to be the only exception
Het enige verschil is de kleur 2 3 4	The only difference is the color
De kleur is het enige verschil 2	The color is the only difference
't Enige dat we moeten veranderen 2	The only thing we have to, need to change
Ben ik de enige die zo denkt? 2 3	Am I the only one who thinks that way, the only person of that opinion?
Ben ik de enige die dat vindt? 2 3	Am I the only one who thinks that way, the only person of that opinion?
Is er enige kans? 2 3	Is there any chance?
Is er enig verschil?	Is there any difference?
Is er enig verband? 2	Is there any connection?
Was er enige vooruitgang? 2 3	[Was] Has there been any progress?
Heb je enig idee wat het is? 2 slow slow2	Do you have any idea what it is?
Is er enig contact geweest? 2 slow	Has there been any contact?
Is het van enig belang? 2 3	Is it of any importance? Is it in any way important?
Is er enige verbetering? 2 slow	Is there any improvement?
enigszins 2 3 4	[in some sense] - somewhat, slightly ‑>>

'Anything' is a bit problematic to translate. As 'whatever' it can be wat dan ook ‑>> but 'not anything' in 'do not verb  anything' is often translated as niks ('nothing') ‑>>

(De) onenigheid 2 3 4 'disagreement, division, discord' is probably derived from één 2 3 ('one') - not one, no unity, not together, not of one opinion

(de) eenling 2 a unique or a solitary individual
eenmalig happening, occurring just one time
zonder weerga 'without reprise,' 'without equal,' 'never coming back,' 'something you won't see again' - said about a unique event or effort

uniek 2 is 'unique,' one-of-a-kind or somewhat weaker, 'rare, unusual'

Het is een unieke gelegenheid 2 3 4 5	It is a unique oppoprtunity
Het is een unieke fiets	It's a unique bicycle
Dit is een unieke zin 2 3 4	This is a unique sentence
zeldzaam 2 (zeldzaam / zeldzame )	'rare, very unusual'
'n zeldzame vlinder 2	a rare butterfly

Tot	'till, until' (time) 'to' (time and place)

tot

Tot hier en niet verder 2 3	Up to here, this far, and no further
28 tot 31 dagen in een maand (achtentwintig tot éénendertig)	28 to 31 days in a month
tot de laatste man	to the last man
2³ (twee tot de derde)	[2 to the 3rd] two cubed
Er is geen reden tot paniek 2 3	There is no reason to panic (note that Dutch 'paniek' is a noun, while English 'panic' is here a verb)
't Leidde tot veel vertraging 2 3	It led to much delay, it caused much delay
't Leidt alleen maar tot meer ellende 2 3	It only leads to more misery, all it does is cause more trouble
van ... tot	from ... to
van negen tot vijf	from 9 to 5
van acht tot zes 2	from 8 to 6
van 1940 tot 1945	from 1940 to 1945
van Gouda tot Schoonhoven 2	from Gouda to Schoonhoven (the area, or the distance)
van top tot teen	from top to toe, from head to foot - the complete body
tot en met 2	up to and including - 'through' ‑>>
maandag tot en met vrijdag	Monday [up to an including] through Friday
maandag tot en met zaterdag	Monday through Saturday
laten we tot morgen wachten	Let's wait till tomorrow
Hij wilde wachten tot ... 2	He wanted to wait till ...
Ik had willen wachten tot ... 2 3	I had wanted to wait till ... (but that didn't happen, something came up)
houdbaar tot	["can be kept until ..."] 'good till ...' - 'best before ...' - 'sell by ...' (remember that in Dutch dates, the day comes before the month)
tenminste houdbaar tot ... 2	["can be kept at least until ..."] 'good till at least ...'
Ik heb tot m'n 37ste in Nederland gewoond 2 (zevenendertigste)	I lived in Holland till age 37
van de vroege morgen tot de late avond 2 3	from the early morning till [the late evening] late at night
tot nog toe 2	up until now, as yet, not yet
also:  tot nu toe	up until now, as yet
Er is tot nog toe geen beter alternatief 2 3	There is up till now no better alternative
't Beste dat er tot nog toe is 2 3	The best that there is up till now
Tot ziens	[Till seeing (again)] Goodbye, See you
Tot morgen 2	[Till tomorrow!] See you tomorrow
Tot maandag	See you Monday
Prettig weekend! 2 3	Have a nice weekend
Tot vanmiddag	See you this afternoon
Tot vanavond	See you this evening
Tot zo 2	See you in a moment
Tot gauw	See you soon
Tot straks 2	See you later
Tot Uw dienst!	At your service (a formal 'you're welcome' - from a professional)
De aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog 2 3 4	The trigger event [of] that set off the First World War ‑>>
Hij komt pas maandag terug 2	He will only return on Monday, he won't return till Monday
Breng 't aan de kook 2 3	'Bring it to a boil'
Als 't eenmaal kookt ... 2 3	Once it's boiling, when it's boiling ...
van Den Haag naar Rotterdam 2	from The Hague to Rotterdam (the journey) ->>

English 'tot,' a small child of about age 1-3 is een klein kind 2 - (de) peuter 2 or (de) dreumes ‑>>

pas 2	step; passport; mountain pass only, just, not before, not until passen - to fit compound verbs with passen

1. '(De) Pas' = 'step;' 'passport;' 'mountain pass'

(het) paspoort

pas op de plaats 2 ['step in place'] - moving but not going forward or backward (or sideways) - marking time

Synomyms, Alternates and Related Words

But a 'step' of a staircase is (de) tree or (de) trede and the English 'tree' is (de) boom 2 3 - the Dutch word for 'stairs, staircase' is (de) trap which can also mean 'kick' and the English word trap (a device to catch something or someone) is (de) val in Dutch but that's all for today folks
more about trees - more False Friends

een stap doen	to take a step
stapvoets 2 3	'foot pace' - rather slow
Hij stapte uit de auto	He [stepped] got out of the car
Moet je overstappen?	Do you have to change trains? (buses, planes)
stappen ondernemen 2 3	to take steps (i.e. measures, action)

The Dutch word (de) step 2 is a children's scooter; Dutch uses the word (de) scooter for the 'Vespa'-type small motorcycles

2. 'Pas' = 'only,' 'just,' 'not until,' 'not before'

't Is pas zes uur 2 3 4	It's only 6 o'clock
Nou pas? 2 3	Only now? (surprise at something delayed, happening later than expected
't Begint pas om tien uur 2 (3)	It will only start at 10
Die wet is pas van vorig jaar 2 3 4	That law is only from last year
Daar dacht ik pas later aan Daar dacht ik later pas aan	I only thought of that later, afterwards
Hij is pas twaalf! 2 3 4 5	He's only 12 years old! (But he's wise or intelligent beyond his years or he has experienced terrible things)
Hij is nog maar een baby! 2	He's only a baby!
Hij komt pas maandag terug 2	He'll only return on Monday, He will not return before Monday
Wat ik nu pas begrijp 2	What I only now understand
Iets waar ik pas later aan dacht 2	Something I only thought of later, an afterthought
Iets wat ik pas later begreep 2	Something I only understood later
Wat ik pas later begreep	Which I only later understood

3. 'Passen' = 'to fit' in various meanings

gepast 2	fitting, appropriate, adequate
gepast geld 2	exact change, the right amount of money ‑>>
passend	fitting, suitable, right, apposite
(de) paskamer 2 3	fitting room
't past 2	it fits
't Past precies 2 3	It's a snug fit, it fits exactly
't paste	it fitted
zij paste 2	she was fitting, she tried on (clothes)
't Zit als gegoten	['It fits like it was cast'] - said of well-fitting clothes
't Staat je goed 2 3	It looks good on you, you look good in it ‑>>
't Staat je leuk 2 3	It looks good on you, you look good in it
(de) waterpas	level, exactly horizontal - also the tool to gauge that (picture below)
't past er goed bij 2	It goes together well (food) - It's a good combination
Bietjes en spinazie passen goed bij elkaar	Red beets and spinach go together well
Ze passen goed bij elkaar 2	'They're a good fit' (said of a couple or a team)
te pas en te onpas 2	[at the right time and the wrong time] - all the time (said when someone brings up an obsession too often)
't Kan ooit nog van pas komen 2 3	It could come in handy, be useful sometime

'Pas' 2 is like English 'pass' said in games when you're not bidding or challenging or not participating in this turn

English 'to paste,' attaching something somewhere with glue is plakken

plakken to paste

-

ik plak I paste

-

wij plakken we paste

-

ik plakte I pasted

-

wij plakten we pasted

-

ik heb geplakt I have paste

(de) lijm

lijmen 2

But (de) plak 2 3 and (het) plakje 2 3 4 are 'slice' (of cheese, banana bread etc.)

een plakje cake 2 3	a slice of pound cake or banana bread ‑>>
plakjes cake 2	slices of pound cake or banana bread ‑>>
een plakje kaas 2	a slice of cheese ‑>>
een plakje ontbijtkoek	a slice of 'breakfast cake' ‑>>

4. Compound Verbs with 'Passen'

oppassen 2 3	to look out, be careful, watch out (for) // to watch over
Pas op!	Watch out! Be careful!
oppassen met 2 3	be careful with
Pas op met vuur! 2 3	Be careful with fire!
Daar moet je mee oppassen 2 3 4	You should be careful with that, You'd better be careful with that
Ze mogen wel oppassen 2	They should watch out, they'd better be careful
Je mag wel oppassen 2 3	You should watch out, you'd better be careful
Je moet beter oppassen 2 3	You have to pay more attention, you should be more careful
(de) oppas	babysitter, or person who looks after older children
(de) oppasser 2 3 4	'minder,' person looking after adults
passen op 2 3	to watch over, look after, take care of
iemand die op me past 2	Someone [who watches] to watch over me, someone who looks after me
aanpassen 2 3	to adapt
(de) aanpassing	adaptation; adapting
toepassen 2 3	to apply, put into practice
Ik ken de regels ... 2	I know the rules ...
.. maar ik heb er moeite mee ... 2 3 4	... but I have difficulty ...
... ze toe te passen 2 3	... applying them

kompas 2

passer 2

waterpas ‑>>

(de) schuld	debt, money owed fault, blame

Hij heeft schulden 2 3 (4)	He has debts (probably a lot)
Het is jouw schuld	It's your fault, you are to blame
't Is haar moeders schuld 2 3	It's her mother's fault, her mother is to blame
't Is de schuld van haar moeder 2 3 4	It's her mother's fault, her mother is to blame
Ik kreeg de schuld van de ruzie	[I got the blame of the quarrel] - I was blamed for the quarrel
't Is je eigen schuld 2 3 4	It's your own fault, you yourself are to blame
eigen schuld! 2	It's your own fault, you only have yourself to blame
de schuld geven 2 3	to blame
(het) schuldgevoel 2 3	feeling/sense of guilt
(de) boete	fine // penance

aan

wijten aan 2 3

(het) verwijt 2

schuldig 2 3	guilty
onschuldig 2	innocent, not guilty // harmless
(de) onschuld 2	innocence
iets onschuldigs	something harmless (medical symptom)
Misschien is het iets onschuldigs	Maybe it's something harmless
beschuldigen 2 3 4	to accuse
beschuldigen van 2 3	to accuse of
(de) beschuldiging 2	accusation
Hij werd beschuldigd van verraad 2 3 4	He was accused of treason
Hij werd beschuldigd van plagiaat 2 3 4	He was accused of plagiarism
Hij ontkende de beschuldigingen 2	He denied the accusations ‑>>
(de) aanklacht 2 3 4	'indictment,' official complaint or accusation
aanklagen 2 3	to bring charges
De verdachte heeft bekend 2 3	The suspect has confessed ‑>>
zich verontschuldigen 2 3	to apologize, offer excuses
verontschuldigingen 2	excuses, apologies
(het) excuus	apology // excuse see also:  'smoesjes' below
excuses	apologies // excuses
Elke keer dezelfde excuses! 2 3	Every time the same excuses!

(de) straf	punishment - See also
(de) gevangenisstraf 2 3	prison sentence, 'prison time'
lichte straf 2 3 4 5	light punishment
zware straf 2 3	[heavy] severe punishment
zwaar straffen 2 3	to punish severely
strafbaar 2 3 4	punishable
straffeloos 2 3	unpunished, without consequences
Je zult branden in de hel	You'll burn in hell
Ik heb haar vergeven 2	I have forgiven her ‑>>

verantwoordelijk (verantwoordelijke 2) responsible
(de) verantwoordelijkheid responsibility, culpability
onverantwoordelijk 2 3 4 5 6 irresponsible, ~stupid
Ik hou(d) je verantwoordelijk 2 3 I hold you responsible, you are to blame if it goes wrong een zware verantwoordelijkheid 2 3 a [heavy] serious responsibility

(De) smoes 2 or more commonly (het) smoesje (plural: smoesjes ) is a fake excuse.
Hij bedacht snel een smoesje 2 3 He quickly [thought up] made up an excuse Hij is goed in smoesjes verzinnen 2 3 4 He is good at making up excuses

See also: verdenken 2 'to suspect' ‑>>

schaamte = shame

'(educated) by damage and shame' - the school of hard knocks
(de) schade damage

rond 2	round, circular around

de ronde tafel 2 3 4 the round table De Aarde is rond 2 3 The Earth is round

rondingen 2 3 curves on bodies or physical objects (de) bocht 2 3 4 1. curve in road
2. (de/het) awful drink (de) curve 2 3 curve (curved line in a graph) (de) grafiek 2 3 graph

bomen rond 't huis trees around the house de mensen rond de koning 2 3 the people around the king 't Werd stil rond de tafel 2 3 It [became] got quiet around the table 't Is stil geworden rond Jan 2 3 It has become quiet around Jan "Ik kijk wat rond" 2 3 'I'm just looking around, just browsing' (in a shop) rond vier uur around 4 o'clock, at about 4 o'clock - time ... Want de mens gaat naar z'n eeuwig huis en de rouwklagers gaan rond op de straat Because man goes to his eternal home, and the mourners go about in the streets Ecclesiastes 12:6

rondom 2 3 ~around (a superfluous word - it's most often better, and always just as good to say 'rond' 2)

(de) ronde round, rounds, circuit, lap, tour Laatste ronde! 2 Last call! - last round of ordering before closing time (het) rondje round, circuit, lap (het) ererondje 2 victory lap, lap of honour

(de) rondvaartboot - tour boat

Kun je ervan rondkomen? Can you get by on it? Is it enough to live on?

afronden 2 3 to round up/down (to the nearest convenient number) naar boven afronden 2 3 4 to round up (a number) naar beneden afronden 2 3 4 to round down (a number) - numbers

Vast	firmly attached solid, permanent 'surely'
Alvast 2	'already' or 'meanwhile' - 'in advance'

Dutch vast (vaste 2 vast / vaste 2) can mean (like the secondary meaning of English 'fast') 'firmly fixed or attached,'   'strongly connected,' and it can mean 'solid' or 'permanent,' and it can also have a harder to translate meaning like 'I'm sure,'   'you must' or 'there has to be' - 'surely'
'Alvast' 2 3 4 (sometimes shortened to vast ) means 'already' or 'meanwhile' in the sense of bridging a period of time, usually 'in advance'

'Vast' = 'firmly fixed or attached,'   'strongly connected'

vasthouden 2 to hold, grip (firmly) vasthouden aan holding on to (literally and figuratively) Ik moet me altijd ergens aan vasthouden 2 3 4 I need to hold on to something (a fixed point) at all times Vasthouden aan tradities 2 3 4 Holding on ('cling') to traditions

(het) houvast 2 3 'holdfast'? - 'something to hold on to,' a reliable point of support, hold, grip (usually figuratively) Dan heb je wat houvast 2 3 4 'Then you have something to hold onto,' - you'll have a helpful point of support in that

vastmaken aan 2 3 to (firmly and physically) connect, attach to

vastzitten aan 2 being fastened, tied to // being committed to Je zit eraan vast 2 You're stuck with it, you have an obligation to do it that you can't get out of

't vasteland 2 3 [not an island] - mainland, continent
(het) eiland 2 / eilanden 2 island / islands

'Vast' = 'solid' or 'permanent'

(de) vaste stof	solid matter
(de) vloeistof	liquid
(het) gas 2	gas ‑>>

(de) vaste vloerbedekking wall-to-wall carpeting ‑>> rotsvast 2 3 rock-solid // ~very confident steevast 2 3 ~always, ~invariable, ~regular
(think of English 'to stay) vuurvast 2 fireproof, heat-resistant ‑>> vaste klanten 2 3 regular customers (also figuratively) een vaste plaats 2 3 a regular, fixed spot

(de) vaste grond 2 3 'terra firma,' solid ground - contrasted with on the water or in the air Mijn besluit staat vast 2 3 [My decision is firm] - I've made up my mind

'Vast' = 'surely' - 'I'm sure,'   'you must' or 'there has to be'

'Alvast' = 'already' or 'meanwhile' - in advance

Hier is alvast een voorschot 2 Here's already some money in advance Alvast bedankt! 2 Thank you in advance! or you can say:
Bij voorbaat bedankt Thank you in advance! Bij voorbaat mijn dank 2 [My thanks in advance] Thank you in advance!

'Alvast' 2 3 4 can be shortenend to vast
Ik begin er vast aan 2 I'm already starting on it

Synomyms, Alternates and Related Words

De Vasten 2 3

English 'vast' means 'immense, very large.' Dutch words for that are gigantisch 2 ('gigantic') and reuasachtig 2 3 ('giant-like, gigantic') - or erg groot 2 3 ('very large.') Pronouncing the G-G may look daunting to you. Hear a slow version: erg groot 2 3
de gigantische explosie 2 3 the vast explosion de reusachtige ontploffing 2 3 the vast explosion The two examples above also nicely show pronunciation exceptions with I in the endings -ISCH and -IG.
-ISCH (like English -EES, Dutch IES ‑>>)
-IG ( I as voiceless E, schwa (like A in AGO) followed by Dutch G - Dutch UG ‑>>)

English 'fast' can also mean 'at high speed.' The common word for 'quick, rapid, fast' is 'snel (snel/snelle ) ‑>>

The Dutch word for 'solid,' fabric of one color is effen 2 3 4 ‑>> 2

Dutch solide 2 3 is like Engish 'solid' in the sense of 'stable, substantial,'   'reliable' and 'safe, sound.'

'Los' = 'Loose, Not Attached'

los

(losse

los / losse 2)

losse thee 'loose tea,' loose tea leaves, not in a teabag ‑>>
theezakjes tea bags losse flodder 2 'blank,' cartridge with gunpowder but no bullet (het) losgeld 2 ['release-money'] - ransom losse woorden 2 'loose words' - words without connection (to other words) uit de losse pols (saying) ['from the loose wrist'] - off the cuff, improvising, like for instance giving a very rough estimate met losse handen fietsen 2 [bicycling with loose hands] riding a bike with your hands not on the handlebars

(De) Oplossing = Solution

een goede oplossing 2 a good solution (to a problem) Is er niet een betere oplossing? 2 3 Is there not a better solution? Is er geen betere oplossing? 2 3 Is there no better solution? Ik wou dat er een betere oplossing was I wish there was a better solution veruit de beste oplossing 2 by far the best solution
goed / beter / best good / better / best ‑>> Is er niet een andere oplossing? 2 3 Is there not another solution? Er is nog geen oplossing There is no solution yet de verkeerde oplossing 2 the wrong solution een rechtvaardige oplossing 2 a just solution Er is maar één oplossing 2 There's only one solution Iemand zal een oplosing moeten vinden Someone will have to find a solution Tegen die tijd is er wel een oplossing 2 3 By that time there will (sure) be a solution Ik zag op het nieuws dat er geen oplossing gevonden is I saw on the news that no solution has been found

Daar moet je iets op vinden 2 3 [You'll have to find something for that] - You'll have to find a solution to that problem

'Verlossen' ~ 'to release from, deliver from'

uit z'n lijden verlossen 2 3 4 'release from his suffering,' i.e. euthanize. Occasionally, 'saving him from an unpleasant situation'

(de) verloskundige 2 3 is the formal word for obstetrician or midwife
(de) vroedvrouw 2 3 'midwife'

from the Lord's Prayer:
Verlos ons van het kwade 2 Deliver us from evil

'Loslaten' = to Release, Let Go

't Laat je niet los 2 3 ['It doesn't let you go on'] - You can't get it out of your head, you keep seeing or hearing it, thinking about it - it keeps haunting you

Langs 2 3	along
Langskomen 2 3 (Langs Komen)	to pass by (along your way) to come visit, 'stop by'

voorlangs 2 along the front, at the front [side] achterlangs 2 'around the back,' like for instance 'thorough the back door' onderlangs 2 along the bottom (for instance along the base, foot of a hill or mountain) bovenlangs 2 along the top

langs de straat 2 3 4 along the street langs de waterkant 2 [along the water-side] at the waterfront de weilanden langs de rivier 2 3 the meadows along the river
= (de) uiterwaarden ‑>>

Zet je de vuilnisbak aan de straat? Will you put the garbage can [on the street] on the curb, to the side of the street?

Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan Leentje taught Lotje walking along the long Linden lane De lieve leidsters liepen langzaam langs de Lindelaan The kind Kindergarten teachers [walked slowly] were strolling along the Linden lane

from Mark 4:1-9, The Sower and The Seed:
En het geschiedde bij het zaaien, dat een deel langs de weg viel, en de vogels kwamen en aten het op And it happened as he sowed that some fell by the wayside and birds came and ate it

from Psalm 23, The Lord is My Shepherd:
Hij geeft mij kracht
en leidt me langs veilige paden,
zoals Hij beloofd heeft 2 He gives me strength
and leads me along safe paths,
Just as He promised

Ze praten langs elkaar heen 2 3 4 ['They talk along each other'] - they dont't listen to each other, they don't understand each other, they're not communicating - 'they talk at cross-purposes'

langskomen (langs komen) 2 3 1. to pass by (along your way)
2. to come visit, to 'stop by' Je komt er langs 2 You pass by it, it's along your way Kom eens langs! 2 3 Do come visit sometime!

Not to be confused with:
lang 2 3 4 long
lang langer langst 2 long longer longest ellenlang [ells long] - very long

unrelated:  onlangs 2 recently, not so long ago, 'the other day' Ik heb hem onlangs nog gezien 2 I've still seen him, I did see him not that long ago Er is daar onlangs iets gebeurd 2 Something happened over there recently Toen onlangs op de Prinsengracht mijn hoed te-water woei ... When the other day on the Prinsengracht my hat was blown into the water ... ‑>>

More pages like this:
Losse Wooorden 1 - Losse Wooorden 2

email - Copyright © Marco Schuffelen 2018-2020 All rights reserved. This material may not be published, broadcast, rewritten, redistributed, or hotlinked to.
Don't be a dief (thief) / dievegge (female thief) - diefstal (theft) - stelen (to steal) - heler (dealer in stolen goods) - hear Dutch - 2